Magere opkomst op wereldvoedseltop
„Geen honger meer op aarde, dat is wat we hebben beloofd.” Dat zei Kofi Annan, secretaris-generaal van de VN, maandag in zijn openingstoespraak op de wereldvoedseltop in Rome. „Maar die beloften zijn we niet nagekomen. We hebben daarom geen tijd te verliezen. We moeten hernieuwde hoop geven aan 800 miljoen mensen die dagelijks honger lijden. Het is tijd voor actie.”
Maar een blik op het lijstje van deelnemers aan de voedseltop die tot en met donderdag in Rome wordt gehouden, biedt weinig hoop op succes. Wel veel Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse regeringsleiders, maar bijna geen westerse premiers en presidenten. Van 29 geïndustrialiseerde landen maakten maandag alleen Silvio Berlusconi, als Italiaanse gastheer, en de Spanjaard José Aznar hun opwachting. Romano Prodi was er namens de Europese Commissie. De VS stuurden hun minister van Landbouw, hetzelfde gold voor Nederland. Brinkhorst verblijft tot en met woensdag in de Italiaanse hoofdstad.
De zwakke aanwezigheid van het Westen heeft waarschijnlijk te maken met vermoeidheid met het hongervraagstuk, dat toch geen definitieve oplossing lijkt te kennen. Bovendien vinden de geïndustrialiseerde landen het niet prettig dat er met de beschuldigende vinger alleen naar hen wordt gewezen. De kritische toespraak van Kofi Annan kwam dan ook niet als verrassing. Jacques Diouf, de secretaris-generaal van de FAO (de voedselafdeling van de VN), sprak nog hardere taal en had het over het Westen als over „staten die alleen egoïstische belangen hebben.”
De topconferentie is een vervolg op de voedseltop die in 1996 door de FAO werd georganiseerd. Destijds werden duidelijke maatregelen genomen, zoals de verplichting ervoor te zorgen dat wereldwijd het aantal hongerigen jaarlijks met 25 miljoen afneemt. Het uiteindelijke doel is halvering van het aantal hongerigen in 2015. Dat streven ligt ver weg, omdat volgens de FAO jaarlijks maar 8 miljoen mensen boven de hongergrens uitkomen.
Dat de uitgangspunten van de voedseltop in 1996 niet zijn gehaald, heeft met name te maken met politieke onwil van alle betrokken landen. Het Westen investeert te weinig en beschermt de eigen markt, terwijl ontwikkelingslanden corruptie onvoldoende aanpakken. Het zijn min of meer dezelfde redenen waarom de VN-conferentie over duurzame ontwikkeling op Bali afgelopen zaterdag mislukte.
Hoewel het doel van de Europese Unie is dat elk lidstaat ten minste 0,39 procent van het bbp aanwendt voor hulp aan ontwikkelingslanden, doneren de geïndustrialiseerde landen veel minder. De gierigste Europese donor is Italië, dat 0,13 procent besteedt aan hulp, hoewel dat altijd nog beter is dan de VS, die eentiende van het binnenlands product reserveren. Maar Ann Veneman, de Amerikaanse minister van Landbouw, zei maandag dat de VS de grootste voedseldonor ter wereld zijn. Bovendien benadrukte ze dat de VS veel indirecte hulp bieden. „Wij importeren jaarlijks meer dan 450 miljard dollar aan producten afkomstig van ontwikkelingslanden; dat is acht keer zo veel als deze landen aan ontwikkelingsgelden ontvangen.” Toch worden de VS door met name niet-gouvernementele organisaties als hoofdverantwoordelijke gezien voor de honger in de wereld. Greenpeace zegt dat het principe ”recht op voedsel” in het voorlopige conferentiedocument onder druk van de VS is gesneuveld.
De Verenigde Staten gingen maandag in de tegenaanval door hun nieuwe landbouwsubsidies en het gebruik van biotechnologie te verdedigen. Deze twee kwesties domineerden de openingszitting maandag volledig.
Tegenstanders zeggen dat genetisch veranderde planten een gevaar vormen voor het milieu en de gezondheid, en vooral de multinationale bedrijven bevoordelen die ze ontwikkelen en verkopen, en niet de boeren en de consumenten. Deze groepen, gesteund door veel arme landen, zeggen tevens dat het huidige internationale handelsbeleid boeren in de ontwikkelingslanden niet in staat stelt te concurreren met hun gesubsidieerde collega’s in de VS, Europa en elders.
De Amerikaanse landbouwminister Ann Veneman probeerde de aanwezigen ervan te overtuigen dat biotechnologie een van de belangrijke methoden is om de honger in de wereld effectief te bestrijden door verhoging van de productiviteit, verbetering van de kwaliteit van gewassen en vermindering van de noodzaak van chemische bestrijdingsmiddelen. Verscheidene delegaties uit ontwikkelingslanden waren het met haar eens, maar wezen erop dat hun boeren geen toegang krijgen tot de nieuwe technologie, waarop Amerikaanse bedrijven de rechten bezitten.
De voorzitter van de Europese Commissie, Romano Prodi, klaagde over de nieuwe Amerikaanse landbouwsubsidies die de regering-Bush vorige maand toestond. „Zoals veel andere landen geven wij uiting aan onze werkelijke bezorgdheid over de landbouwhervormingen die in de Verenigde Staten worden doorgevoerd”, aldus Prodi. EU-functionarissen zeggen dat de nieuwe Amerikaanse maatregelen strijdig zijn met de regels van de Wereldhandelsorganisatie.
De Zimbabwaanse president Robert Mugabe probeerde beschuldigingen te weerleggen dat zijn onteigeningsbeleid mede verantwoordelijk is voor de voedselcrisis in Zimbabwe. Mugabe, wiens komst naar Rome tot hevige kritiek leidde, hield zijn gehoor voor dat zijn aanpak „een lanceringsplatform” in de strijd tegen armoede en honger inhoudt. De Europese Unie legde Mugabe eerder een reisverbod op, maar kon niet voorkomen dat de Zimbabwaanse leider van Italië toestemming kreeg de top, een internationaal forum, bij te wonen.
Critici zeggen dat de chaotische uitvoering van het regeringsprogramma en de bezetting van de boerderijen van blanke boeren de landbouwproductie hebben getorpedeerd. De oppositionele Beweging voor Democratische Verandering (MDC) zei „geschokt en ontsteld” te zijn dat Mugabe in Rome pleitte voor internationale voedselhulp, terwijl hij „voedsel weigert aan honderdduizenden mensen die ervan worden verdacht dat zij bij de recente presidentsverkiezingen op het MDC hebben gestemd.”
EU-woordvoerder Gunnar Wiegand noemde het „onsmakelijk” dat Mugabe probeerde de indruk te wekken „dat hij geeft om de armoede”, terwijl „uit zijn beleid het tegendeel blijkt.” Zimbabwe is een van de landen in zuidelijk Afrika waar een door droogte, overstromingen en wanbeleid veroorzaakte hongersnood dreigt.