Een witte stok tegen troep op de stoep
ERMELO - Foutgeparkeerde fietsen, slordig geplaatste kliko’s, dwars geparkeerde auto’s. Het valt niet mee voor een blinde om met zo veel troep op de stoep een weg te vinden in het verkeer. Bovendien is iedereen gehaast. „Ze rijden zo je stok uit handen.” Slechtzienden staan vandaag in het zonnetje op de Dag van de Witte Stok.
Overbodig is de aandacht niet. Veel verkeersdeelnemers weten geen raad met de witte stok met rode bandjes, hét herkenningsteken van mensen die blind of slechtziend zijn. De internationale Dag van de Witte Stok vestigt de aandacht op het doel en het gebruik van de stok.Harry Hoitzing (60) uit Ermelo is sinds 1976 blind. Van de ene op de andere dag raakte hij zijn gezichtsvermogen totaal kwijt. „Uit onderzoek blijkt dat mijn oogzenuwen niet voldoende meer functioneren. In de tijd dat ik blind werd, wist niemand waar dit probleem vandaan kwam. Sinds 1994 weet ik dankzij medisch onderzoek dat het een erfelijke aandoening is.”
Hoitzing heeft zijn handicap moeten leren accepteren. „Je moet het elke dag dragen. Ik bedoel het niet cynisch, maar ik zeg altijd: Wat je krijgt, dat kríjg je ook.” Hij wijst erop dat niet alleen hij zijn handicap heeft gekregen. „Het overkomt mij, maar tegelijk óók de andere leden van het gezin. Mijn partner en mijn kinderen moeten er eveneens mee om leren gaan. Je ziet elkaar ineens niet meer. Daarom moet je leren op een andere manier met elkaar te communiceren. Dat kun je niet alleen, daar heb je je omgeving voor nodig.”
Blinden en slechtzienden ondervinden door hun visuele beperkingen steeds grotere problemen in het verkeer. „Vroeger lagen er straatklinkers op de weg, tegenwoordig hebben we asfalt. Voorheen reden mensen op een oude rammelkast, nu heeft iedereen een mooie, stille fiets. Daardoor is het allemaal zo stil geworden op straat. Voor ons is dat vervelend. Je hoort een fiets niet meer aankomen.”
De problemen voor blinden en slechtzienden in het verkeer nemen sterk toe door de druk-druk-drukmentaliteit. „Je krijgt het gevoel dat iedereen even gehaast is. Vooral in de spits. Mensen hebben je te laat in de gaten, lopen tegen je op, zeggen: ”Sorry hoor”, en zijn weg. Dat fenomeen komt helaas steeds vaker voor. De samenleving wordt steeds drukker, steeds gehaaster.”
Het kan nog erger. „Mensen weten niet wat te doen als ik met mijn stok op de stoep sta te zwaaien. Je merkt vaak dat ze denken: „Wacht maar even. Ik rij gewoon door.”” Hoitzing heeft dat pijnlijk aan den lijve ervaren. „Ik stond een keer met mijn stok te zwaaien om over te steken. Een fietser zag mij te laat, botste tegen me op. Hij reed mijn stok uit de handen, stapte niet even af, maar fietste door. Ik moest met mijn handen de stok zien terug te vinden. Je voelt je dan zo onbeholpen.”
Hoitzing reageert mild. „Je merkt vaak dan mensen hier niet goed mee om weten te gaan. Ik kan hem wel naroepen en uitschelden, maar dat helpt ook niet. We moeten proberen samen een weg te vinden.”
Hij wijst verder ook op de moeilijkheden die samenhangen met de multiculturele samenleving. „Allochtonen weten vaak helemaal niet wat zo’n witte stok inhoudt.”
Daarom is de Ermeloër blij met de aandacht voor deze problematiek op de internationale Dag van de Witte Stok. „Iemand die met zijn stok op de stoep zwaait om over te steken, moet voorrang krijgen. Veel mensen hebben die verkeersregel ooit geleerd, maar kennen hem niet meer. Het is goed om juist op zo’n dag begrip te kweken voor mensen met een witte stok.”
De stok heeft ook een belangrijke symboolfunctie. „Als ik mijn stok niet bij me heb, kan niemand aan mij zien dat ik blind ben. Ik moet daarom zo slim zijn mijn stok altijd bij me te hebben.” Bovendien geeft de stok bescherming. „Ik zeg altijd: Ik ben beschermd vanaf mijn navel tot aan de grond. Daarboven ben ik onbeschermd. Ik loop wel tegen overhangende takken uit voortuintjes aan.”
Hoitzing, in het dagelijks leven coördinator kortdurende trainingen bij Sonneheerdt in Ermelo, geeft computertrainingen, persoonlijke cursussen en sollicitatietrainingen. Bovendien leert hij blinden en slechtzienden via empowermenttrainingen „steviger” in het leven te staan. De cursusleider laat zich door de problemen in het verkeer niet uit het veld slaan. „Ik blijf gewoon op pad gaan, ook in de spits.”