De voormalige legerleider, die als hoofdverdachte wordt aangemerkt voor de moord in Fort Zeelandia op vijftien prominente tegenstanders van zijn regime, zegt moe te zijn van de ophef rond 8 december. De strijd die hij zal voeren, kent volgens hem geen condities.Bouterse heeft de leiders van de regering, de minister van Justitie en Politie en het Openbaar Ministerie, aangeraden hem met rust te laten.

De zaak moet „in het nationaal belang anders opgelost worden" dan via een juridisch proces, meent Bouterse. Er zouden daartoe voorstellen zijn in binnen– en buitenland. Bouterse hoopt dat de kwestie ’verstandig’ wordt aangepakt. „Laten ze me met rust laten".

Tegen het eind van deze maand worden de verdachten van de decembermoorden in de gelegenheid gesteld hun bezwaren tegen de kennisgeving van vervolging toe te lichten. Ze krijgen hiertoe een oproep van de krijgsraad, is in jusitiële kringen in Paramaribo vernomen.

De bezwaren werden in januari dit jaar ingediend door de advocaten van een deel van de meer dan twintig verdachten. Ze kregen een maand eerder de kennisgeving, na afronding van een gerechtelijk vooronderzoek. Bouterse behoort tot degenen die hun bezwaarschrift mogen toelichten.

Als de krijgsraad de bezwaren afwijst, kunnen de verdachten tegen die uitspraak beroep aantekenen bij het hof van Justitie. De advocaat van Bouterse heeft al gezegd dat te zullen doen. Volgens procureur–generaal Soebhaas Punwasi zit het er niet in dat vervolging en berechting worden gestuit door de bezwaarschriften.

Het OM verwacht dat het proces nog begint voordat het 23 jaar geleden is dat de decembermoorden werden gepleegd. Minister Chandrikapersad Santokhi van Justitie en Politie heeft onlang met het oog op het megaproces een veiligheidscommissie voor de rechterlijke macht ingesteld. „De veiligheidsmaatregelen moeten optimaal zijn" zei de bewindsman.