Aanslagen in Irak aan vooravond referendum
BAGDAD - Een konvooi van de Iraakse regering is woensdag het doelwit geworden van een zelfmoordaanslag. Tien Irakezen -vijf lijfwachten en vijf burgers- raakten zwaargewond bij de aanslag, die met een autobom werd gepleegd in het westen van de hoofdstad Bagdad. Dat maakte de politie bekend.
Het konvooi was onderweg naar een regeringsgebouw om minister van Provinciale Zaken Saad Naif al-Hardan op te halen. De dader verkeerde waarschijnlijk in de veronderstelling dat Al-Hardan al in een van de auto’s zat, zei een politiewoordvoerder. Drie auto’s uit het konvooi werden door de explosie, drie dagen voor het referendum over de nieuwe grondwet in Irak, vernield.Soennitische rebellen hadden al aangekondigd de volksraadpleging zaterdag te zullen verstoren.
Ook dinsdag werden in Irak verscheidene aanslagen gepleegd, waarbij tientallen mensen omkwamen. De meeste slachtoffers vielen op een markt in Tal Afar, bij de grens met Syrië. Zeker dertig burgers kwamen om het leven toen daar een autobom ontplofte, meldde de Iraakse politie.
De aanslag in Tal Afar was het werk van een zelfmoordterrorist. Zeker veertig mensen raakten gewond door de autobom. De aanslag is opgeëist door de Iraakse tak van al-Qaida. Amerikaanse en Iraakse troepen voerden vorige maand nog een grote operatie in Tal Afar uit om de stad van terroristen te ontdoen.
Bij een zelfmoordaanslag in de Iraakse hoofdstad Bagdad kwamen gisteren acht Iraakse militairen om het leven, meldde de politie. De zware autobom ontplofte in de wijk Amiriya in het westen van de stad. De hulpdiensten werden gehinderd bij hun werkzaamheden en konden sommige slachtoffers niet bereiken uit vrees voor aanvallen van rebellen. In de soennitische wijk zijn veel opstandelingen actief.
Eén soennitische partij in Irak heeft dinsdag aangekondigd haar verzet tegen de nieuwe grondwet te willen opgeven en haar aanhang te willen oproepen in het referendum van komende zaterdag voor het document te stemmen. De ontwikkeling kan een doorbraak zijn in de pogingen van Iraakse leiders om te voorkomen dat de grondwet door soennitisch verzet wordt verworpen.
De Iraakse Islamitische Partij ging om nadat sjiitische en Koerdische leiders ermee hadden ingestemd dat het in december te kiezen nieuwe parlement amendementen op de grondwet mag aannemen, waarover volgend jaar in een nieuw referendum kan worden gestemd. Als het huidige parlement met die bepaling instemt, zei Ayad al-Samarraie van de Iraakse Islamitische Partij, „zullen wij de campagne tegen de grondwet staken en de soennitische Arabieren oproepen ja te stemmen.”
Enkele andere grote soennitische partijen waren niet bij de marathonbesprekingen ten huize van president Jalal Talabani aanwezig en het valt te bezien of ook zij hun nee-campagne zullen opschorten. Maar de koerswijziging van de Iraakse Islamitische Partij betekent in elk geval een breuk in het soennitische front, dat ervoor ijvert om de grondwet afgewezen te krijgen. De grondwet is verworpen als tweederde van de kiezers in drie van de achttien Iraakse provincies nee zegt.
De sjiitische onderhandelaar Ali al-Dabagh zei dat de partijen het eens zijn geworden over de toevoeging van vier artikelen aan de ontwerpgrondwet. De belangrijkste toevoeging is dat het nieuwe parlement een commissie zal vormen die vier maanden de tijd krijgt om grondwetswijzigingen voor te stellen. Als het parlement met de wijzigingen instemt, volgt twee maanden daarna een nieuw referendum. De soennieten hopen in het nieuwe parlement sterker vertegenwoordigd te zijn dan in het huidige en willen dan wijzigingen aanbrengen. Andere aanvullingen betreffen een verklaring waarin de eenheid van Irak wordt benadrukt en dat in de regio Koerdistan naast het Koerdisch ook de Arabische taal moet worden gebezigd. De vierde aanvulling benadrukt dat aanhangers van de voormalige Ba’ath-partij van Saddam Hoessein alleen vervolgd worden als zij misdaden hebben gepleegd. Sommige gematigde soennitische leiders bekleedden ooit functies in de Ba’ath-partij en vrezen door het in de grondwet aangegeven debaathificeringsproces buitenspel te worden gezet.