Buitenland

„Protestantisme is goed voor ontwikkeling”

AMSTERDAM - De oude theorie dat modernisering vanzelf leidt tot secularisatie moet op de helling, stelt prof. Peter L. Berger. De Amerikaanse hoogleraar zegt op basis van jarenlang onderzoek dat het protestantisme nog steeds de beste kans op economische ontwikkeling geeft.

11 October 2005 11:21Gewijzigd op 14 November 2020 03:03

Berger leidt aan de universiteit van Boston in de Verenigde Staten een instituut waaraan hij en zijn medewerkers onderzoek doen naar de invloed van godsdienst op (economische en sociale) ontwikkeling. Gisteravond gaf de emeritus hoogleraar de aftrap in een lezingenserie over ”religie, ontwikkeling en internationale betrekkingen” van de Society for International Development (SID) in de Vrije Universiteit in Amsterdam.In de bestuurskamer van de VU gaf hij vooraf een toelichting. De olieverfschilderijen van oude VU-kopstukken als Kuyper, De Gaay Fortman en Diepenhorst aan de muur vertellen in één oogopslag het verhaal dat Berger in woorden moet houden. Ook de VU kwam tot bloei door het (gereformeerde) protestantisme.

„Het grootste deel van de wereld is religieus”, constateert Berger nuchter. „Ook de delen die geheel zijn gemoderniseerd.”

Het is interessant om Europa en de Verenigde Staten te vergelijken, meent Berger. „Europa is het meest geseculariseerde werelddeel. Het is het enige deel van de wereld waar de theorie opgaat dat modernisering leidt tot secularisatie. Misschien geldt dit deels ook nog voor Australië, maar dan heb je het gehad. Verder is de moderne wereld, inclusief Noord-Amerika, even religieus als de rest.”

Bergers instituut riep daarom het onderzoeksproject ”Europese secularisatie” in het leven. „We zetten daarin het probleem op zijn kop. Veel onderzoek zegt dat het gelovige Amerika de uitzondering is, maar wij zeggen dat Europa dat is.”

Berger denkt dat de Europese uitzondering valt te verklaren. „Europa is bijvoorbeeld sterk overheerst door socialistische partijen en vakbonden, die voertuigen van de secularisatie zijn geworden. Daarnaast is er een andere verhouding tussen kerk en staat en ook de Verlichting verliep in Europa anders. Dat heeft zijn stempel gedrukt op de intelligentsia”, aldus de socioloog en theoloog.

Berger weet dat slechts weinig landen de scheiding van kerk en staat zo sterk in de grondwet hebben verankerd als de Verenigde Staten. „Alleen in Frankrijk is men daar verder in gegaan. Maar naast een juridische scheiding zijn er ook een sociale en een culturele. In Amerika gaat dat terug op de koloniale tijd, toen niet één groep de overhand had en zonder een scheiding van kerk en staat de maatschappij gewoonweg niet kon functioneren.”

In het beschrijven van de invloed van religie op ontwikkeling vindt Berger het werk van de Duitse socioloog Max Weber (1864-1920) nog altijd leerzaam. „Het is precies honderd jaar geleden dat hij schreef over protestantisme en kapitalisme. Sommige dingen daarin kloppen historisch niet. Toch blijkt in de praktijk dat in protestantse gemeenschappen waardepatronen bestaan die de economische ontwikkeling bevorderen.

De waarden waarom het gaat zijn de protestantse werkethiek, met het sterke roepingsbesef. Daarnaast het besef dat geld niet direct moet worden besteed, maar beter kan worden opgespaard voor latere uitgaven. En ten slotte natuurlijk de investeringen die worden gedaan in het onderwijs, oorspronkelijk natuurlijk om kinderen de Bijbel te leren lezen. Deze drie aspecten zijn noodzakelijk voor economische ontwikkeling”, is Bergers overtuiging.

„Luther en Calvijn zouden misschien bleek wegtrekken als ze het zouden horen, maar met deze waarden heeft het protestantisme onbedoeld het kapitalisme geholpen.” Dit verband is „gewoon een feit”, meent Berger. „Ik ben lutheraan, van Oostenrijkse geboorte. Maar als ik atheïst zou zijn, zou ik het ook zeggen.”

Volgens Berger gaat het verband tussen protestantisme en kapitalisme nog steeds op. „Wereldwijd is er een explosie van pinkstergroepen. Die zie je in Latijns-Amerika, China en zelfs in Siberië. Dat is niet hetzelfde protestantisme dat Weber beschrijft, maar daarin komen toch dezelfde waarden voor. Op al die plaatsen draagt het bij aan de economische ontwikkeling.”

Berger erkent dat diezelfde ontwikkeling ook voorkomt in andere religieuze culturen. „We noemen dat dan de ”functionele equivalenten”. In Indonesië is dat hier en daar de islam. In de Franco-tijd in Spanje was dat zelfs het conservatieve rooms-katholicisme. Bij geëmigreerde Chinezen zie je dezelfde waarden terug onder niet-religieuze mensen.”

Niet alle godsdiensten zijn goed voor de ontwikkeling. Berger is het daarom niet eens met de Nederlandse minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking, die onlangs in een toespraak benadrukte dat religie (in het algemeen) goed is voor economische en sociale ontplooiing. Berger: „Van de traditionele godsdiensten in Afrika moet je niet verwachten dat ze bijdragen aan de ontwikkeling. In de stammen moet iedereen die zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt de winst met twintig neven delen. Dat houdt mensen terug.”

Maar Berger stemt evenmin in met de critici van Van Ardenne, die vinden dat de overheid het secularisme tot uitgangspunt moet nemen. „Ook dit kan ontwikkeling tegenhouden, bijvoorbeeld als het niet meer van sparen en investeren in de toekomst weet. Ook is het heel onverstandig bepaalde religieuze minderheden te onderdrukken terwijl ze goed zijn voor de economie. Vroeger was dat het geval met joden in Oost-Europa. Misschien vandaag met blanken in zuidelijk Afrika. De Chinese regering geeft vandaag ook ruimte aan de groei van de pinksterbeweging in sommige delen van het land, omdat ze ziet dat die goed is voor het land.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer