Het had zo mooi kunnen zijn. Halverwege de jaren negentig klopte het beursgenoteerde handelshuis Reesink aan bij de gemeente Apeldoorn om een vestigingsplaats binnen haar gemeentegrenzen. De groothandel in landbouwmachines en doe-het-zelfartikelen, die werk levert aan ruim 400 mensen, zou moeiteloos kunnen verhuizen vanuit Zutphen naar het industrieterrein Ecofactorij. Maar de werkelijkheid pakte anders uit. Er volgde een juridisch steekspel dat zijn weerga in de Apeldoornse geschiedenis niet kent en waarvan de financiële gevolgen voor de gemeente mogelijk in de miljoenen gaat lopen.Reesink-directeur B. ten Doeschate noemt de keuze die hij destijds voor Apeldoorn maakte logisch. „Er was ruimte voor ons en veel verder weg van Zutphen dan Apeldoorn wilden we vanwege onze medewerkers niet verhuizen.” In 1997 tekende hij met vertegenwoordigers van de gemeente Apeldoorn een intentieovereenkomst. Daarin stonden afspraken over de levering van in totaal 12 hectare grond.

Geschillen over het afnemen van de grond, het bestemmingsplan en het al dan niet toekennen van een bouwvergunning leidden uiteindelijk tot grote vertragingen. De conflicten liepen zo hoog op, dat Apeldoorn zelfs heeft geprobeerd om van Reesink af te komen. Maar daar stak de rechter een stokje voor. Pas in de loop van 2001 kon Reesink aan de slag. De verhoudingen tussen Apeldoorn en Reesink waren inmiddels tot ver beneden het nulpunt gedaald.

Er loopt een procedure voor schadevergoeding. De affaire kan de gemeenten miljoenen euro’s aan schadevergoeding richting Reesink kosten. Ten Doeschate: „Over bedragen communiceer ik niet met de pers, maar de rechtbank heeft al eerder uitgesproken dat Apeldoorn drie jaar schadeplichtig is voor de vertraging.”

De Reesink-directeur is blij met het onderzoek dat nu wordt ingesteld. „Er is hier veel misgegaan. Een aantal keren heb ik tegen de raad gezegd: Grijp in, er loopt van alles scheef. Dat is niet gebeurd. Ik hoop dat er nu wel volledige helderheid komt.” Ten Doeschate gaat ervan uit dat zijn bedrijf wordt gezuiverd van de blaam die het naar zijn zeggen heeft opgelopen. „Door de gemeente worden wij volstrekt ten onrechte uitgemaakt voor kwaaie pier.”

Het is niet zonder reden dat de gemeenteraad grijpt naar een enquête om de kwestie-Reesink te onderzoeken, zegt voorzitter H. van den Berge (SGP) van de onderzoekscommissie. „De bevolking wil helderheid over wat er is gebeurd. Als raad vragen we ons af waarom er zo veel problemen zijn geweest bij de vestiging van Reesink in onze gemeente. We willen de onderste steen boven hebben.”

Onderdeel van de raadsenquête zijn openbare verhoren, die volgende week starten. Voorafgaand daaraan deed de commissie al uitgebreid onderzoek en werden zo’n vijftig mensen geïnterviewd. Ongeveer twintig daarvan staan de komende weken voor het hekje bij de raadscommissie, die hen onder ede hoort. „Dat geeft aan hoe serieus wij deze kwestie nemen. Er zijn allerlei problemen geweest en heel wat processen gevoerd.”

De commissie heeft uitgebreid vooronderzoek gedaan. Is inmiddels duidelijk waar het meest wringt?
„Daar kan ik nog niets over zeggen zolang het onderzoek loopt. Wel zijn de verhoren absoluut nodig. We willen de ’papieren werkelijkheid’ zoals die naar voren komt uit het dossier vergelijken met hoe betrokkenen bepaalde afspraken hebben beleefd.”

De SGP is met twee zetels een kleine speler in de Apeldoornse raad. Hoe komt het dat uw partij dan toch een voorzitter mag leveren voor een commissie als deze?
„Er is een verzoek gedaan door de fractievoorzitters. Daaruit blijkt een stuk vertrouwen in de manier waarop wij ons opstellen. Daarvoor kunnen we alleen maar dankbaar zijn.”