De Belastingdienst beweerde dat de man een bedrag van 1,6 miljoen gulden, dat hij op een Luxemburgse bank had gestort, niet had opgegeven.Het gerechtshof meende wel dat er een „ernstig vermoeden" is dat de verdachte en zijn vrouw in 1994 beschikten over een bankrekening bij de Kredietbank Luxemburgeoise (KBL). Het is volgens het hof echter niet vast komen te staan dat het echtpaar in 1996 en 1997, waar de Belastingdienst naar verwijst, nog steeds dit vermogen bezat.

De fiscus probeert al geruime tijd van ongeveer 6000 Nederlanders met een rekening bij KBL achterstallig belasting te innen. De gegevens kwamen vrij toen ontevreden bankmedewerkers deze informatie aan het licht stelden. Vervolgens kwamen de gegevens via de Belgische justitie bij de Nederlandse Belastingdienst en het openbaar ministerie terecht. De rekeninghouders kregen een belastingaanslag en een boete.

Veel zwartspaarders betaalden na een bezoek van de belastingdienst alsnog. Tegen hen die de beschuldiging ontkenden, werd een strafzaak of een fiscale prodedure begonnen. Het is de eerste keer dat de Belastingsdienst een hoger beroep over deze kwestie verliest. Eerder veroordeelde het hof in Leeuwarden wel een zwartspaarder in deze zaak.