Zo’n 150 mensen waren naar De Meern gekomen om mee te debatteren. SGP-kamerlid Van der Staaij, die het thema inleidde, stelde nuchter vast dat vragen over de samenleving waarin de SGP het voor het zeggen heeft, niet direct opkomen vanuit de laatste opiniepeilingen. „De SGP heeft daarom geen handboek klaarliggen over wat er moet gebeuren, of het moet ons verkiezingsprogramma zijn”, aldus het kamerlid.Maar Van der Staaij begreep wel dat de aanwezigen, evenals de panelleden prof. dr. H. E. S. Wolring (CDA-senator) en dr. B. Levering (PvdA-statenlid), daar geen genoegen mee namen. Van der Staaij wees er op dat in Nederland al een radicale verandering heeft plaatsgevonden als de SGP de meerderheid heeft. „De kerken zitten vol. Ons land wil dan ook weer een christelijke natie zijn. De overheid hangt niet een heilloos pluralisme in godsdienstzaken aan, maar kiest voor zondagsrust, voor heiliging van Gods naam.”

Deze overheid respecteert minderheden en dwingt niemand tot het christelijk geloof. „Er is ruimschoots gewetensvrijheid”, aldus Van der Staaij. „Maar het publiek gelaat zal een christelijke uitstraling hebben. De bouw van de grootste moskee van Europa, zoals nu in Rotterdam gaande is, zou zó geen doorgang hebben.”

De SGP zal de democratie niet afschaffen als zij de meerderheid heeft, zo verklaarde Van der Staaij verder. „We bewegen ons in de bestaande rechtsorde en die willen we niet omverwerpen. Staatkundig gereformeerden willen een genormeerde democratie naar de wet van God, zoals liberalen en sociaal-democraten de samenleving naar hun beginselen willen normeren.”

CDA-senator Woldring was blij verrast door de positieve benadering van de democratie als regeervorm door Van der Staaij. „Ik hoor Van der Vlies altijd spreken over democratie als werkvloer. Senator Holdijk ziet democratie als een vrucht van de Franse Revolutie. Beiden hebben ongelijk.”

Van der Staaij ontkende dat hij iets nieuws naar voren wilde brengen. „Zo beleven we dit met elkaar. Luisteren naar elkaar in een democratie is vanzelfsprekend, maar uiteindelijk gaat het om de normering naar de wet van God.”

Woldring zei dat de SGP op twee gedachten hinkt. Dat de staatkundig gereformeerden in 1983 tegen de grondwetsherziening stemden die vrijheid van godsdienst regelt, steekt hem nog steeds. „Democratie is synoniem voor pluraliteit. Dat is niet hetzelfde als waarheidsrelativisme.” Van der Staaij verdedigde de tegenstem van destijds. „Wij willen geen gelijke bejegening van alle godsdiensten. We willen een christelijke overheid die zich laat leiden door het Woord van God.”

Van der Staaij zou graag zien dat Woldring zijn beschuldiging terugneemt dat de SGP een fundamentalistische partij is. De senator schreef dat enkele jaren geleden in een CDA-partijblad. Van der Staaij: „Wij willen geen geweld, zoals sommige moslims dat wel willen.” Woldring toonde zich niet helemaal overtuigd. „Er zijn bepaalde SGP-standpunten, zoals de visie op de vrouw en de invulling die de partij geeft aan artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, die fundamentalistisch van aard zijn.”

PvdA-statenlid B. Levering was het eens met de stelling van Van der Staaij dat de overheid niet kleurloos hoeft te zijn, maar hij verbond daaraan andere consequenties. Hij zei dat er in de publieke ruimte mindere religieuze uitingen moeten plaatshebben. Dat is volgens hem een oplossing voor de grote verschillen die er tussen bevolkingsgroepen zijn ontstaan na de komst van vele buitenlanders.

Een hoofddoekjesverbod voor allochtone vrouwen, zoals in Frankrijk, vindt de sociaal-democraat een prima idee voor Nederland. Hij liet weten dat hij verwacht dat het ook in ons land ooit zo ver komt. „We hebben de tijd mee.”