Met het referendum wilde de Algerijnse president Abdelaziz Bouteflika een punt achter de wrede burgeroorlog zetten die sinds 1992 aan waarschijnlijk 150.000 mensen het leven kostte. In het document wordt onder meer geweldplegers amnestie en een terugkeer naar de burgersamenleving aangeboden.„Het lijkt erop dat er massaal ja is gestemd tijdens het referendum. Het is een overwinning voor de vrede”, zei de anonieme functionaris. De officiële uitslag van de volksraadpleging zou pas later vandaag volgen.

De Algerijnse minister van Binnenlandse Zaken, Noureddine Zerhouni, had eerder al gemeld dat de opkomst enorm hoog was. Ongeveer 79,5 procent van de 18,3 miljoen stemgerechtigde burgers zouden hun stem hebben uitgebracht. Een lage opkomst was impliciet een afwijzing van het voorstel van Bouteflika geweest.

Het geweld in Algerije barstte in 1992 los nadat het leger de verkiezingen van eind 1991 ongeldig verklaard had. De militairen voorkwamen zo dat de macht in handen kwam van de winnaars van de stembusgang, het Islamitische Heilsfront. Deze feitelijke staatsgreep deed het extremistische deel van islamitische oppositie naar de wapens grijpen. Een jarenlange burgeroorlog was het gevolg.

Het aantal extremistische islamitische strijders dat nog actief is in Algerije wordt geschat op minder dan duizend. Midden jaren negentig waren dat er zeker 25.000. De belangrijkste splintergroep die nog dood en verderf zaait is de Salafistische Groep voor Prediking en Strijd (GSPC).