Binnenland

Vloeken is taboe op Haags trapveldje

DEN HAAG - Farid Boussaboun houdt het groepje jongens van een jaar of 15, 16 op het voetbalveld nauwkeurig in de gaten. Zijn zwarte ogen flitsen heen en weer. „Hé, niet vloeken!” schreeuwt hij als een Marokkaanse jongen zich een vloek laat ontvallen omdat een ander er met de bal vandoor gaat. „Een beetje ego mag best, maar je moet elkaar niet volschelden. Dan ga je eruit.”

Jacob Hoekman
29 September 2005 12:03Gewijzigd op 14 November 2020 03:00
DEN HAAG – Jongeren uit de Haagse Spoorwijk vermaken zich rond de pooltafel in het jongerencentrum van de wijk. Het jongerenwerk lijkt zijn vruchten af te werpen. Spoorwijk, onder deel van het roemruchte Laakkwartier, is een van de meest multiculturele
DEN HAAG – Jongeren uit de Haagse Spoorwijk vermaken zich rond de pooltafel in het jongerencentrum van de wijk. Het jongerenwerk lijkt zijn vruchten af te werpen. Spoorwijk, onder deel van het roemruchte Laakkwartier, is een van de meest multiculturele

De assistent-jongerenwerker, zelf in 1983 uit Marokko gekomen, heeft gezag op het trapveldje in de Haagse Spoorwijk. De vloekende jongen kijkt schichtig, enigszins schuldbewust achterom en rent dan gauw verder. Vloeken doet hij niet meer.Het jongerenwerk in de Haagse Spoorwijk lijkt zijn vruchten af te werpen. Spoorwijk, onderdeel van het roemruchte Laakkwartier, is een van de meest multiculturele wijken van Den Haag: tientallen nationaliteiten wonen bij elkaar. De grootste groepen worden gevormd door Turken, Marokkanen en Antillianen. Maar die kunnen het onderling best met elkaar vinden, zegt Farid Boussaboun. Althans, voor wat de jongeren betreft. Het jongerenwerk lijkt in Spoorwijk beter van de grond te komen dan in andere delen van het Laakkwartier of de Schilderswijk. Hoe komt dat toch?

Farid, in een wit trainingspak, haalt zijn schouders op. „Ik weet het echt niet.” Duidelijk is in elk geval dat zijn broer, Hamid, aanslaat bij de jeugd. „In hem hebben ze een identificatiefiguur. Dat is heel belangrijk. Het gebeurde wel dat er veertig jongens bij ons voor de deur stonden. Hamid! riepen ze, Hamid, Hamid, Hamid! Hij is echt goed, weet je.”

Hamid, ook jongerenwerker, geeft de allochtone jongeren in zijn wijk zelfvertrouwen, denkt leefbaarheidscoördinator Peter Brand, verantwoordelijk voor de goede verstandhouding in Spoorwijk. Volgens Brand laat Hamid met zijn forse baard en orthodox-islamitische opvattingen -„je zult hem nooit een vrouw de hand zien geven”- zien dat de islam en een „modern leven” best samen kunnen gaan. „Dat hebben ze nodig, een figuur aan wie ze zich kunnen optrekken. Vroeger was hij een van de grootste ratjes van Spoorwijk.” En, wat ook helpt: een andere broer, Ali Boussaboun, wist zich op te werken tot nationaal vermaard voetbalheld. „Tsja, dan zien die jongens dat je wat kúnt bereiken.”

Spoorwijk is een volkswijk die tot de jaren zestig vooral door arbeiders werd bevolkt. Sinds de migratiegolf die toen op gang kwam, is de wijk in rap tempo verkleurd. Het merendeel van de bewoners is islamitisch en bezoekt met enige regelmaat een gebedshuis in de buurt of een van de andere moskeeën in Den Haag. Die zijn er genoeg, zelfs van het eerste uur. Den Haag is de vestigingsplaats van de eerste moskee die ooit in Nederland werd gebouwd. In 1955, exact vijftig jaar geleden, zwaaiden de deuren van de ahmadiyya-moskee voor het eerst open.

In die vijftig jaar veranderden vele volkswijken compleet van kleur. In Spoorwijk leven tientallen nationaliteiten samen op een paar vierkante kilometer. Een multiculturele droom of drama? Het jongerenwerk lijkt in elk geval een succes. Farid, op het trapveldje, wijst op de jonge Turken en Marokkanen en de enkele Nederlandse jongen die fanatiek achter hun bal aanrennen. „In veel wijken heb je meer groepjes; de Turken bij elkaar en de Marokkanen bij elkaar.”

Hij springt overeind. „Niet vloeken, had ik gezegd!” Zijn stem schalt over het veld. „Er zitten er een paar bij die geen opvoeding hebben gehad”, verontschuldigt hij zich. „Als dat het geval is, krijg je die opvoeding er hier ook niet meer in. Die moeten ze als klein kind krijgen, thuis.”

Dit is de eerste aflevering in een serie. Zie ook het dossier op www.refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer