De vrouw verklaarde dit tijdens een zitting voor het gerechtshof in Den Haag. Eerder verklaarde deze getuige dat zij de 29-jarige G. H. had zien schieten op de sneeuwballen gooiende jongens.Het hof zag geen reden om de vrouw aan te houden voor meineed, hoewel zij eerder onder ede anders verklaarde. De advocaat-generaal vroeg wel proces-verbaal tegen de vrouw op te maken. De rechtbank in Rotterdam, die H. in januari veroordeelde tot vijftien jaar cel, baseerde haar vonnis mede op de uitspraken van deze getuige.

Ook tijdens het onderzoek in Rotterdam vertelde de vrouw verschillende versies van haar ervaringen op de bewuste avond. Toen werd ze wel opgepakt voor meineed. De rechtbank in Rotterdam stelde in zijn vonnis dat de verklaringen van de vrouw betrouwbaar zijn, maar dat zij uit angst steeds anders verklaarde.

De verklaring van de vrouw was volgens de rechtbank in Rotterdam samen met twee andere getuigenverklaringen en het feit dat H. geen alibi heeft, voldoende om de uit Curaçao afkomstige man te veroordelen. Zijn advocaat ging in hoger beroep, omdat hij vond dat het vonnis te veel leunde op de verklaring van de vrouw in de telefooncel.

Het hof hoorde dinsdag een aantal getuigen van de dodelijke schietpartij, onder wie een vriendje van de doodgeschoten Soares. Op 4 oktober is nog een zittingsdag voorzien.

Soares werd op zaterdagavond 1 februari 2003 rond 22.00 uur doodgeschoten toen hij met een aantal vriendjes sneeuwballen gooide vanaf een parkeerdek bij metrostation Slinge in Rotterdam-Zuid. Een van de sneeuwballen zou de auto van H. geraakt hebben, waarna deze enkele schoten loste.