Grootscheepse verhuizing op de Heuvelrug
Met een forse dreun valt het hek van defensieterrein Jessurun in Soestduinen omver. Commissaris van de Koningin B. Staal van de provincie Utrecht springt net iets te laat weg en krijgt het hek op zijn tenen. De schade valt gelukkig mee. Als het aan de commissaris ligt, zullen er in de toekomst op de Heuvelrug nog veel meer hekken verdwijnen. „De natuur moet de ruimte krijgen.”
Het omtrekken van het hek door de commissaris, gedeputeerde J. Ekkers van de provincie Utrecht en de burgemeesters van Soest en van Zeist was dinsdagmiddag het startsein voor een grootscheepse verhuizing in het Hart van de Heuvelrug. In het gebied tussen Amersfoort, Soest en Zeist moet bebouwing op defensie- en bedrijfsterreinen plaatsmaken voor natuur. Ter compensatie mogen er vooral rond Soesterberg weer bedrijven en woningen worden gebouwd. Dit moet voldoende geld opleveren voor de aanschaf en ontwikkeling van de natuurgebieden. Doel van het project is minder versnippering en meer aaneengesloten natuur op de Utrechtse Heuvelrug.
Om dit doel te verwezenlijken, werken zeventien partijen samen in het Bestuurlijk Platform Hart van de Heuvelrug. Defensie is een belangrijke partner. In 2007 sluiten vliegbasis Soesterberg en de opslagplaats Jessurun hun deuren en komt 520 hectare vrij. De gemeente Soest betaalt een vriendenprijs van 1,50 euro per vierkante meter. Het merendeel wordt natuurgebied, maar de mogelijkheden voor bebouwing worden onderzocht. Omdat het probleem van de geluidshinder dan voorbij is, komen er aan beide zijden van het dorp Soesterberg 400 woningen bij.
Dat de vliegbasis nogal wat overlast veroorzaakt, was dinsdagmiddag goed te merken. De speeches van de verschillende bestuurders werden regelmatig overstemd door startende straaljagers of overvliegende helikopters. De passerende treinen op het spoor Utrecht-Amersfoort maakten het er niet beter op.
Naast defensie moeten ook het bedrijfsleven en de zorg hectares inleveren. Zo heeft de gemeente Soest een koopoptie op het Kodak-terrein naast het Jessurun-kamp in Soestduinen. Waar fotofabrikant Kodak nu nog een chemische fabriek heeft, moeten volgend jaar bomen worden geplant. Ook de zorginstelling Dennendal nabij vlak bij Den Dolder komt vrij voor de natuur. Daarnaast bouwen gemeente Soest en Zeist nog vier ecoducten om de natuurgebieden op elkaar aan te sluiten.
Wethouder R. Krol van Soest was dinsdagmiddag de enige spreker die zich er zorgen over maakt of de grootse plannen van zijn gemeente wel landen bij de plaatselijke bevolking. „Wij kunnen toestemming hebben van alle mogelijke instanties, maar als er geen draagvlak is bij de bevolking smoort dit project in een bestuurlijke spaghetti. Ons plan is pas echt gelukt als de inwoners van Soest overtuigd zijn van het nut van deze operatie.”
Begin dit jaar hield de gemeente een referendum over de komst van een ecoduct over de Amersfoortsestraat bij Soesterberg. Bijna 70 procent van de Soestenaren bleek tegen het ecoduct te zijn.
De oorzaak is volgens wethouder Krol het feit dat mensen over het algemeen moeilijk ver vooruit kunnen kijken. „Ze zien alleen maar dat ene ecoduct dat veel geld kost en over hun achtertuin gaat. Het is net als bij de reis naar Kanaän: we staan op dit moment nog voor de woestijn en zien allerlei moeilijkheden, maar achter de woestijn ligt het beloofde land. Wellicht maken we het eindpunt van de reis niet meer mee, maar dat het eenmaal komt, is zeker.”
Volgens ChristenUnie/SGP-raadslid J. van Vuuren is er inmiddels al veel minder tegenstand in gemeente Soest voor de grootscheepse verhuisplannen. „Door de natuurontwikkeling mag er bij Soesterberg weer volop worden gebouwd. De woningnood is hoog, dus de mensen zijn blij met de bouwplannen.” Zelf is Van Vuuren ook een groot voorstander van het plan. „Honderd jaar geleden konden de zeven schaapherders van Soest ongehinderd over de hei naar Leusden lopen. In de afgelopen eeuw hebben we miljarden guldens gestoken in de bouw van bedrijven en woningen. Dan mogen we nu best enkele miljoenen euro’s in de natuur steken.”