„Er zijn momenteel geen politieke krachten die de politieke samenhang en de politieke samenwerking in Irak stimuleren, integendeel. Alles wijst erop dat het land meer en meer wordt verscheurd”, aldus Faisal.De prins is de zoon van wijlen koning Faisal en is al dertig jaar lang minister van Buitenlandse Zaken van Saudi-Arabië. Zijn sombere visie op Irak is in duidelijke tegenspraak met de optimistische visie die de regering-Bush over de ontwikkelingen in Irak verspreidt.

Prins Faisal heeft de situatie Irak in de afgelopen dagen onder meer besproken met zijn Amerikaanse collega Condoleezza Rice en met verschillende parlementsleden. Rice heeft volgens haar woordvoerder tegenover de minister benadrukt dat de komende stemming over de nieuwe grondwet van Irak „een belangrijke en positieve stap is op weg naar democratisering van Irak.”

President Bush verdedigde zijn Irak-beleid donderdag tijdens een toespraak in het ministerie van Defensie. Amerikaanse topmilitairen informeerden de president daar over de laatste ontwikkelingen in en rond Irak. „Met de stemming over de grondwet in aantocht mogen wij aannemen dat rebellen hun terreuraanvallen opvoeren; maar het zou een catastrofale vergissing zijn om Irak nu te verlaten. Dat zou het land tot een ideale uitvalsbasis voor terroristen maken, zoals Afghanistan vroeger was voor al-Qaida”, aldus Bush.

Politieke analisten wijzen erop dat prins Faisals visie op Irak niet geheel neutraal is. Saudi-Arabië beschouwt zich als het centrum en de beschermer van de soennitische moslims. Het is deze bevolkingsgroep die zich in Irak het sterkst verzet tegen de nieuwe grondwet. Men vreest namelijk dat die de sjiitische meerderheid aan de macht brengt, die onder het soennitisch georiënteerde regime van Saddam Hussein werd onderdrukt.

Riyad vreest vooral een uitbreiding van de sjiitische rivaal Iran in Irak, als de Sjiieten het daar voor het zeggen krijgen. „Dat betekent een verschuiving in de regionale machtsverhoudingen en dat maakt Riyad nerveus”, meent politiek analist Doug Bandow van het Cato Research Instituut in Washington.