TPG wil afspraken met nieuw kabinet
TPG Post wil met een nieuw kabinet meerjarige afspraken maken over de volgende stappen in de liberalisering van de postmarkt in Nederland. Het postbedrijf wil voor een langere periode weten waar het aan toe is, zodat het tijdig kan inspelen op eventuele nieuwe regelgeving.
„Ik denk aan een periode van vijf jaar”, zei directeur H. Koorstra van TPG Post woensdag in Milaan. Er is ook nog een andere reden om snel duidelijkheid te verschaffen over het vrijmaken van de postmarkt, aldus Koorstra. Dat is het voornemen om het belang van de Nederlandse staat in TPG terug te brengen van 35 tot 10 procent. Ervan uitgaande dat ook het nieuwe kabinet dit plan overneemt, betekent dit dat de kopers van dit belang moeten weten wat de toekomst is van het bedrijf waarin zij investeren.
Toezichthouder Opta stelde enkele weken terug dat er geen reden meer is het resterende postmonopolie van TPG te handhaven. Het postbedrijf zal nog uitgebreid reageren op de visie van Opta, maar op voorhand liet Koorstra blijken dat de voortvarendheid die de toezichthouder predikt niet wordt gedeeld door TPG Post.
De postmarkt is al voor 45 procent vrij, en daarmee loopt Nederland voorop in Europa. Zo is de markt in Groot-Brittannië voor 30 procent vrij en die in Italië voor 25 procent. Frankrijk heeft tot nu toe weinig animo getoond voor het vrijmaken van de postmarkt. Finland en Zweden zijn weliswaar volledig geliberaliseerd, maar daar is van concurrentiestrijd weinig te merken omdat de postvolumes in deze landen te klein zijn en het verspreidingsgebied te groot is.
TPG Post is volgens Koorstra altijd een voorvechter geweest van liberalisatie, als die maar leidt tot eerlijke concurrentie. „Daarvan is geen sprake als buitenlandse postbedrijven met een veel grotere thuismarkt (Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië) hier wel mogen concurreren met TPG Post, terwijl het omgekeerde niet of veel beperkter mogelijk is.” Koorstra wil in de gesprekken van de komende maanden met Opta, de betrokken ministeries (Verkeer en Waterstaat, Financiën) en de Tweede Kamer ook aandacht vragen voor de manier waarop TPG Post omspringt met „haar maatschappelijke verantwoordelijkheid.” Ook dat moet worden meegewogen in de besluitvorming. Hij noemt als voorbeeld het inrichten van postbalies in bejaardentehuizen en ook dat TPG Post als eerste met inburgeringsprogramma’s begon. „We zeggen niet: Voor wat hoort wat. Maar het moet wel goed in de gaten worden gehouden.”
In reactie op berichten dat 5000 van de 30.000 postbezorgers de komende jaren zullen verdwijnen, zei een woordvoerder van de ondernemingsraad van TPG woensdag dat „TPG ten onrechte uitgaat van een doemscenario. Het postvolume zal niet veel afnemen, in ieder geval niet zoveel als de directie meent.” De OR is boos en verbaasd over de mededelingen.
Adviesbureau Berenschot heeft onderzoek gedaan naar verschillende scenario’s van veranderende postvolumes de komende jaren. De bovengrens was een stabiel volume en de ondergrens een afname van 18 procent. „Die 18 procent is echt het absolute doemscenario naar onze mening. De directie spreekt nu van 20 procent.” Daarbij waren volgens de voorzitter de scenario’s slechts richtlijnen.
De OR wil verder onderzoek laten doen naar het postvolume. „In 1992 was er ook een grote reorganisatie omdat de prognose was dat het volume drastisch zou afnemen. Sindsdien is het volume alleen maar toegenomen.” Volgens De Vries staat er nog helemaal niets vast over inkrimping van het personeelsbestand.
De directie zei dinsdag tijdens een werkbezoek aan Milaan dat het personeel fors gaat inkrimpen en dat er nieuwe sorteermachines komen. Deze mededeling is de OR in het verkeerde keelgat geschoten. De voorzitter noemt het „vreemd” dat de directie de uitspraken heeft gedaan. „En dan nog wel in Italië, in het buitenland. Heel raar.”