Iran dreigt met opzeggen non-proliferatieverdrag
Iran zal mogelijk het non–proliferatieverdrag opzeggen als het Internationale Atoomagentschap IAEA het conflict over het nucleaire programma van Iran doorverwijst naar de VN–Veiligheidsraad.
Dat heeft Ali Larijani, de Iraanse onderhandelaar over Teheran’s nucleaire ambities, dinsdag gezegd.
Larijani verklaarde dat „als het gaat om het behoud van onze technische prestaties, wij bereid zijn om uit het raamwerk van het non–proliferatieverdrag te stappen en ook het aanvullende protocol op te zeggen". Het non–proliferatieverdrag probeert de verspreiding van kernwapens tegen te gaan. Het aanvullende protocol maakt inspecties van nucleaire faciliteiten mogelijk die slechts kort van te voren zijn aangekondigd.
Europese landen bij de IAEA hebben een resolutie opgesteld waarin Iran er van wordt beschuldigd zijn verplichtingen ten opzichte van het non–proliferatieverdrag niet te hebben nagekomen.
De EU–landen vragen het IAEA om de kwestie door te verwijzen naar de VN. De resolutie moet nog op een onbekend tijdstip door de IAEA–bestuurders worden besproken.
Larijani verklaarde dinsdag ook dat zijn land van plan is om de economische samenwerking in de olieproductie afhankelijk te maken van de opstelling van landen in de nucleaire kwestie. „De landen die economische banden hebben met Iran, in het bijzonder op het gebied van olie, hebben tot nu toe Iran’s rechten niet verdedigd", klaagde de onderhandelaar, die tevens voorzitter is van de machtige Raad van Nationale Veiligheid. Hij voegde daar aan toe dat de Raad „vastbesloten is enig evenwicht te brengen in deze twee zaken". „Afhankelijk van de steun die Iran van hen geniet, kunnen de landen participeren in de Iraanse economie", aldus Larijani.