De rechtbank legde een hogere straf op dan het openbaar ministerie had geëist. Volgens de rechters was het aandeel van L. in de verduistering niet veel kleiner dan dat van de andere twee veroordeelden.

Justitie eiste twee weken geleden tien maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk, en daarbij een boete van 50.000 euro en een werkstraf van 240 uur. Van de rechtbank moet hij ruim 1,5 miljoen euro terugbetalen. Doet hij dat niet, dan riskeert L. een jaar cel. Het gaat om het deel van het buitgemaakte geld dat nog steeds niet is teruggevonden.

In mei en juni 2003 lukte het twee mannen om in totaal ruim 3 miljoen euro weg te sluizen van de bankrekening van Boijmans. Een van hen werkte op de financiële administratie van het Rotterdamse museum. Die twee mannen zijn al veroordeeld tot celstraffen van twee en drie jaar. L. was hun handlanger.

De rechtbank rekent het de Rotterdammer vooral aan „dat hij het museum en de gemeente Rotterdam aanzienlijk financieel nadeel heeft toegebracht. Daarmee benadeelde hij ook de maatschappij, aangezien het geld dat aan het museum toebehoorde afkomstig was uit gemeenschapsgeld, bedoeld voor het behoud van het culturele erfgoed.”

Ook het feit dat L. niet heeft willen meewerken aan een persoonlijkheidsonderzoek pakt in zijn nadeel uit. L.’s advocaat P. de Bruin liet direct na de zitting weten in hoger beroep te zullen gaan.