Noodverordeningen voor burgemeesters Zeeland zijn klaar
Een stapeltje noodverordeningen voor de burgemeester ligt klaar in het gisteren ondertekende rampenplan voor Zeeland. Bevelen tot verwijdering en evacuatie, het tegengaan van ramptoerisme - met een enkele pennenstreek kan een Zeeuwse burgemeester de verordeningen operatief maken. Zeeland anticipeert op overstromingen in de provincie.
Na de voltooiing van de Deltawerken leek de kans nagenoeg te verwaarlozen dat Zeeland opnieuw door een grote overstroming als die in 1953 getroffen zou worden. Volgens de statistieken zou een stormvloed als die van 1953 nog eens in de 350 jaar kunnen voorkomen. De Deltawerken zouden zo’n stormvloed echter zonder grote schade kunnen opvangen. Zelfs een zeer zware stormvloed, waarbij het peil in Vlissingen 5,30 meter boven NAP zou bedragen -in 1953 was dat 4,55 meter- zouden de Deltawerken aan moeten kunnen. Zo’n heel zware stormvloed zou overigens hoogstens eens in de 4000 jaar langskomen. Maar sinds de klimatologische veranderingen van de laatste tijd is die kans aanzienlijk gegroeid. „Het klimaat verandert langzaam”, zegt een woordvoerder van de provincie, „en het regent vaker én harder.”
Met andere woorden: tijd voor een geactualiseerd rampenbestrijdingsplan voor het geval van hoogwater. Voor een echt grote ramp -een overstroming van meerdere polders, over meerdere gemeenten- zal de hulpverlening in Zeeland altijd tekortschieten, zo veel is wel duidelijk. Het beschikbare politiepersoneel in Zeeland bedraagt een uur na een grote ramp maximaal 388 medewerkers. Let wel, op een gunstig tijdstip. Op een „ongunstig tijdstip” is dat aantal 195. Dat is niet erg veel, want de opstellers van het rampenbestrijdingsplan hebben becijferd dat alleen al voor het afzetten van wegen in het geval van een grote calamiteit 400 politiemensen nodig zijn. Zelfs op een gunstig tijdstip gaat dat niet lukken, nog afgezien van de vele medewerkers die nodig zijn voor de directe hulpverlening en eventuele evacuatie.
„Bij en na een overstroming is het niet meer mogelijk in het getroffen gebied effectief en op grote schaal hulp te verlenen: de hulpvraag is vele malen groter dan het beschikbare hulpaanbod”, constateert het gisteren ondertekende rapport dan ook. „Alle betrokkenen moeten er dus vooraf goed over hebben nagedacht hoe in deze omstandigheden kan en moet worden gehandeld en wat wel en niet vooraf veilig is te stellen.”
Het plan wijst op het belang van de zelfredzaamheid en inventiviteit van de betrokkenen in het geval van een grote ramp; dat ontlast de inspanningen van de overheidsdiensten. Want, aldus de opstellers, „de overheid is zelf ook slachtoffer: lokaal openbaar bestuur en operationele diensten kunnen ook niet in het overstroomde gebied blijven functioneren.”
Het rampenbestrijdingsplan van Zeeuwse gemeenten, de hulpdiensten, waterschappen en de provincie Zeeland, voorziet naast het overstromingsscenario ook in de te nemen maatregelen in geval van minder grote rampen, zoals een hoogwaterscenario en een (dreigende) dijkdoorbraak. Het is de bedoeling dat het plan iedere drie jaar wordt geoefend.