„Prediking is een gezamenlijke zorg”
Niet alleen de predikant, maar ook gemeenteleden en kerkenraadsleden zijn verantwoordelijk voor de wekelijkse verkondiging. „Het is een gezamenlijke zorg. Laat de prediker niet alleen.”
Die oproep deed de hervormde predikant ds. H. Roseboom uit Hollandscheveld dinsdag in Hardinxveld-Giessendam. De gereformeerde bond hield dindagavond en verleden week op verschillende plaatsen in het land regionale ambtsdragersvergaderingen over het thema ”De kerkenraad en de prediking”.
Volgens ds. Roseboom is de prediking in de eerste plaats de zorg van de predikant. „Prediken is het werk van een heraut doen. Optreden of spreken als een heraut. De beste heraut was vroeger de man die zijn eigen persoon zodanig wist uit te schakelen dat hij geheel de stem van zijn meester was geworden.”
Omdat de Heere Jezus de prediking bevolen heeft, heeft de prediker volmacht, autoriteit. „Hij spreekt met volmacht als de gezondene van de verhoogde Heere om Zijn Koningschap af te kondigen en het nieuws van Zijn kruis en opstanding, van zonde en vergeving.”
Om een goede prediker te zijn, moet je allereerst luisteren. „Er moet gezegd kunnen worden: alzo spreekt de Heere. Een goede voorbereiding is noodzakelijk: gebed om de leiding van de Heilige Geest, een geregelde bijbelstudie, exegese van de tekst, theologische doordenking, concentratie, biddende meditatie, het beoefenen van de verborgen omgang met God.”
Om te kunnen preken moet een predikant, volgens ds. Roseboom, ook weten wat er in de gemeente leeft. „Prediking en pastoraat kunnen eigenlijk niet zonder elkaar. In het pastoraat hoor je terug hoe de prediking is overgekomen. De schrik des Heeren geeft aan de prediking heilige klem en indringende ernst. Het gaat om leven of dood. We gaan geen stichtelijk woordje spreken of onze stokpaardjes berijden, maar Gods Woord op de man af spreken. Als we zelf het beleefd hebben als brandhouten uit het vuur gerukt te zijn, dan komt er bewogenheid met het heil van anderen.”
Voor wat betreft de houding van de gemeenteleden zei ds. Roseboom dat iedere hoorder te bukken heeft voor een prediking naar de Schriften. „En de rijke belofte wordt eraan verbonden dat degene die zo doet het eeuwige leven zal beërven.”
Het gebed voor en na de dienst in de consistorie noemde de predikant uit Hollandscheveld van grote waarde. „Onderschat het consistoriegebed niet, broeders.” Met de handdruk bij de kansel geeft de ouderling aan dat de prediking een gezamenlijke zorg is van de kerkenraad en de gemeente. „De bediening van het Woord wordt mede gedragen door de kerkenraad en de gemeente. Mede namens hen verkondigt de dienaar het Woord. De wekelijkse verkondiging is een gezamenlijke zorg.”
Om de zorg van de kerkenraad bij de prediking te benadrukken, pleitte de predikant ervoor om van de prediking een vast agendapunt voor de kerkenraadsvergaderingen te maken. „Ook al bent u geen predikant, u bent wel wachter op Sions muren om mede toezicht te hebben op de leer en wandel van de dienaren van het Woord”, aldus ds. Roseboom tot de ambtsdragers.
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, sprak gisteravond in Veenendaal. Hij maakte duidelijk dat mensen tegenwoordig iets anders van een kerkdienst verwachten dan vroeger. „De kerkgang ervaren velen niet meer als bezoek aan de Koning der koningen, aldus prof. G. C. den Hertog, maar je doet het voor jezelf, wilt er iets van meenemen. Dat betekent dat er op de kerkdienst en op de prediking een druk komt te liggen, want mensen willen heel direct iets ervaren.”
Ook Vergunst riep de ambtsdragers op om in de kerkenraadsvergaderingen over de prediking te spreken. Hij wees ook op het belang van het beroepingswerk. „Ja, de prediking is nummer 1. Dat vindt iedereen. Maar als de dominee verder zo’n groot takenpakket heeft dat er nauwelijks tijd is voor gerichte voorbereiding, dan is het slechts een papieren belijdenis. Dus maak vanaf het begin helder wat u hierin van uw predikant verwacht.”
De kerkenraad moet er volgens hem ook op toezien dat de predikant zich kan concentreren op het voorbereiden van de preek. „Houd uw predikant daarom zo veel mogelijk afzijdig van allerlei geschillen in de gemeenten, die nu eenmaal ook opgelost moeten worden. Laat hij een distantie mogen hebben van allerlei weliswaar noodzakelijke drukte in de gemeente, zoals recepties en rommelmarkten. Laat hij zelf ook leven in een innerlijke rust, omdat hij zich, zoals eens de Nazireeërs, tot de dienst afgezonderd weet.”
Vergunst deelde mee dat het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond over enige tijd een brochure hoopt uit te geven „waarin essentiële aspecten van de prediking aan de orde gesteld worden, ter bezinning in de kerkenraden.”