Buitenland

EU-commissaris Rehn betreurt opstelling Turkije

EU-commissaris Olli Rehn (Uitbreiding) noemt de opstelling van Turkije tegenover Cyprus „betreurenswaardig.” Hij pleit echter niet voor het opschorten van de start van de toetredingsonderhandelingen met Ankara. De beslissingsbevoegdheid op dat punt berust bij de gezamenlijke lidstaten.

Van onze verslaggever
14 September 2005 09:25Gewijzigd op 14 November 2020 02:57

Het is de bedoeling dat de complexe besprekingen over de invoering van het geheel van de Europese regels in Turkije beginnen op 3 oktober, zo hebben de regeringsleiders eind vorig jaar al bepaald. Precies een week eerder zijn de 25 ministers van Buitenlandse Zaken bijeen om het licht definitief op groen te zetten, wat unanimiteit vereist, of om alsnog tot uitstel te besluiten.

Weinigen houden er rekening mee dat het op de laatste optie uitdraait. Cyprus durft een veto waarschijnlijk niet aan en andere landen -Frankrijk voorop- bezigen in het openbaar weliswaar harde taal, maar die lijkt vooral bedoeld om de bevolking naar de mond te praten. Die toont immers weinig enthousiasme voor opname van de grootmacht aan de Bosporus in het verenigd Europa.

Rehn fungeert straks als aanvoerder van de EU-delegatie. Hij gaf dinsdag in Brussel zijn visie op de jongste verwikkelingen. De Fin uit het college van voorzitter Barroso wilde naar zijn zeggen niet speculeren over de uiteindelijke uitkomst van het conclaaf tussen de hoofdsteden. Er vindt op ambtelijk niveau nog volop beraad plaats. „We zoeken naar een bevredigende formule”, vertelde hij.

Formeel voldoet Turkije aan de in december voorgeschreven voorwaarden. De noodzakelijk geachte hervormingen op wetgevingsgebied zijn namelijk in werking getreden en het douaneprotocol dat voorziet in verbreding van de vrijhandelszone met de EU tot ook de tien naties die op 1 mei 2004 zijn aangehaakt, is inmiddels ondertekend.

Toch maakt de regering van premier Erdogan het de Unie niet gemakkelijk. Daarbij speelt uiteraard een rol dat zij in de richting van de eigen burgers niet de indruk wenst te wekken dat zij zich de les laat lezen en dat zij zwicht voor in hun ogen allerlei onredelijke eisen.

Zij heeft aan de goedkeuring van de genoemde aanvullende overeenkomst een eenzijdige verklaring toegevoegd waarin zij verzekert dat de handtekening onder dat document op geen enkele wijze een erkenning van Cyprus inhoudt. De EU had gehoopt dat langs deze weg juist een eerste stap zou worden gezet naar het aanknopen van diplomatieke betrekkingen. Voorts weigeren de autoriteiten in Ankara tot dusver aan schepen die varen onder Cypriotische vlag toegang te verlenen tot de havens binnen hun grenzen.

Zij mijden dus nadrukkelijk elke toenadering tot de vanuit Nicosia bestuurde republiek en de EU vraagt zich af of er onder die omstandigheden wel officieel gepraat kan worden over een toekomstig lidmaatschap. Zoals Rehn het dinsdag zei: „Dit verplicht ons tot een reactie.” Hoe die uitvalt, horen we op 26 september van minister Bot en zijn ambtgenoten.

De commissaris: „Wij verwachten dat Turkije het protocol volledig toepast. De douane-unie verschaft een vrij verkeer van goederen tussen alle participerende landen. Ook Cyprus beschikt over dat recht. De beperkingen die Turkije hanteert, betekenen een inbreuk daarop. Het dient zijn havens open te gooien.”

Een datum waarop dat gerealiseerd moet zijn, noemt hij echter niet. Het is geen ultimatum. Rehn huldigt de opvatting: „De EU moet consequent blijven.” Naar de letter voldoet Turkije immers aan alle condities, luidt zijn redenering. Nieuwe eraan toevoegen, zou op het internationale toneel je geloofwaardigheid aantasten.

En verder wijst hij erop dat de huidige problemen een erfenis zijn van het afketsen van een akkoord over een hereniging van Cyprus. Vorig voorjaar was er onder de regie van de VN overeenstemming bereikt. De Turkse gemeenschap in de geïsoleerde noordelijke regio van het eiland in de Middellandse Zee kon zich vinden in de regeling, maar een meerderheid van de Griekse gemeenschap in het zuiden oordeelde bij het uitgeschreven referendum negatief. Ankara herinnert daar uiteraard ook graag aan, om zijn koers te rechtvaardigen. Rehn roept alle partijen ertoe op zo spoedig mogelijk weer met elkaar aan tafel te gaan zitten om alsnog een oplossing te zoeken voor de in 1974 ontstane tweedeling.

De provocaties van Turkse zijde in de aanloop naar de beraadslagingen met Brussel zullen voorlopig naar verwachting geen gevolgen hebben. Maar daarmee ontstaat wel een wat vreemde situatie. Rehn: „Turkije voert strikt genomen geen onderhandelingen met de EU, maar met 25 afzonderlijke lidstaten. Dergelijk uitbreidingsoverleg krijgt immers gestalte binnen het kader van een zogeheten intergouvernementele conferentie. Turkije wordt dus wel degelijk gesprekspartner van ook Cyprus.” Ondertussen erkent het dat land niet.

Wat te doen als Turkije in een latere fase volhardt in zijn halsstarrigheid in deze kwestie? Is er dan voor de EU een weg terug? De Finse commissaris merkt in dit verband op dat de onderhandelingen zich uitstrekken over 35 beleidsterreinen. De lidstaten moeten steeds met eenparigheid beslissen of een hoofdstuk kan worden afgesloten en of het volgende kan worden geopend. En aan het eind van de rit rest een besluit over de daadwerkelijke toetreding. Genoeg momenten dus om, indien de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, een blokkade op te werpen, stelt hij vast.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer