Media confronteren jongeren veelvuldig met seks
Jongeren komen via de media veelvuldig in contact met seksueel getinte teksten of beelden. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd eindrapport van een grootschalig onderzoek naar seksuele activiteiten van jongeren tussen de 12 en de 25 jaar.
Uit het rapport ”Seks onder je 25e” van Soa Aids Nederland en de Rutgers Nisso Groep blijkt dat 85 procent van de jongens en 75 procent van de meisjes in de onderzochte periode -de tweede helft van vorig jaar- iets over seksualiteit op televisie heeft gezien. Verder zag een forse meerderheid van de jongens (88 procent) en de meisjes (75 procent) een videoclip waarin blootscènes voorkwamen.
Vooral veel jongens kwamen ook via internet in contact met seksualiteit (62 procent), terwijl dit voor veel minder meisjes (34 procent) het geval was. Bijna tweederde van de jongens surfte „wel eens” naar een pornosite. Meisjes deden dit aanzienlijk minder (12 procent). Zo’n 60 procent van de jongens bekeek „wel eens” een pornoboekje, tegenover 21 procent van de meisjes.
Jongeren die vaker „iets over seksualiteit hebben gezien of gelezen” in de media, hadden vaker ervaring met zelfbevrediging dan andere jongeren.
Het overgrote deel van de jongens en meisjes maakte gebruik van internet of hun mobieltje bij het flirten. Vier van de vijf jongens en meisjes stuurden „wel eens” een sms’je „naar iemand die ze leuk vinden” en vier op de vijf jongens en driekwart van de meisjes chatte of msn’de wel eens met zo iemand.
Een kleine minderheid van de jongens en meisjes plaatste op internet een contactadvertentie of reageerde op een advertentie. Een op de tien jongens had „on line seks” gehad en een even grote groep had seksuele gemeenschap gehad met iemand die ze via internet ontmoetten. Datzelfde gold voor een op de twintig meisjes.
De onderzoekers hebben ook naar de invloed van religie gekeken. Voor de vergelijking is binnen de groep onderzochte jongeren die aangaven christelijk te zijn opgevoed een opsplitsing gemaakt tussen de groepen voor wie dit niet, een beetje of heel belangrijk is.
Binnen de groep jongens onder de 18 jaar zijn de verschillen tussen de groepen het grootst. De onderzoekers concluderen dat „christelijk opgevoede jongeren voor wie het geloof heel belangrijk is, relatief weinig ervaring hebben met alle vormen van seks met een partner, met uitzondering van tongzoenen (47 procent bij 12-18-jarigen en 91 procent bij 18-25-jarigen).”
Van de christelijke jongeren „die het geloof heel belangrijk vinden” had een op de vijf jongeren tussen de 12 en de 18 jaar naakt gevrijd, en drie op de vier jongeren tussen de 18 en de 25 jaar. Masturbatie (12-18 jaar: 57 procent, 18-25 jaar: 96 procent) en voelen en strelen (12-18 jaar: 51 procent, 18-25: 80 procent) scoorden ook hoog.
Christelijke jongeren „die het geloof belangrijk vinden” deden bij de eerste geslachtsgemeenschap vaker niets om ongewenste zwangerschap te voorkomen (26 procent) dan alle andere jongeren (8 procent).
Homoseksualiteit blijkt onder alle jongeren nog verre van geaccepteerd. Meer dan de helft van de jongens noemt homoseksualiteit „vies.” Volgens de onderzoekers „kan een warm gezinsklimaat bijdragen aan de seksuele gezondheid van jongeren.”