Amsterdamse politie ‘verovert’ het water
„Is dat niet dat junkenbootje waar we een melding over hebben gekregen?” In de Amsterdamse Museumhaven ligt een half verrot bootje aangemeerd. De schipper manoeuvreert de politieboot soepeltjes langszij om de man die binnenzit eens op zijn identiteit te controleren. Navraag bij het bureau leert dat deze persoon niets op zijn kerfstok heeft, waarop de drie agenten hun surveillance voortzetten.
De politie Amsterdam-Amstelland is een nieuw gezicht op het water. Voorheen lag de controle bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), maar sinds deze zomer hebben de dienders van het plaatselijke korps het water in de binnenstad onder hun hoede genomen. Doel is het aantal controles op het water te vergroten en meer overtreders in de kraag te grijpen.
Volgens projectleider van het team water, H. van Rijn, was dit hard nodig, omdat er een gat zat tussen het toezicht van de dienst binnenwaterbeheer en het KLPD. Die controleerden vooral op vergunningen en beroepsvaart, maar niet zozeer op het gedrag van pleziervaart.
En dat laatste is toch wel van groot belang, meent Van Rijn. „We zien bootjes die soms met 40 à 50 kilometer per uur door de grachten varen, terwijl slechts 7,5 kilometer per uur is toegestaan. Dan rinkelen de kopjes van tafel hoor, als je op een woonboot zit.”
Niet alleen de snelheid is een controlefactor, de politie checkt de schippers ook regelmatig op onder meer een vaarbewijs of alcoholgebruik en speurt naar gestolen vaartuigen.
Met het mooie weer van afgelopen week surveilleerde de politieboot in het recreatiegebied bij IJburg. Zeven van de negentien gecontroleerde schippers kregen een proces-verbaal, omdat ze geen vaarbewijs hadden of te snel voeren. Een alcoholcontrole bij de Oranjesluizen boekte gunstige resultaten. Van de 35 stuurlui die een blaastest moesten afleggen, had niemand te diep in het glaasje gekeken.
„Vanaf het water zie je dingen heel anders dan vanaf de kant”, legt Van Rijn uit. „Je kijkt op een andere manier naar de stad. We zien bijvoorbeeld regelmatig junks op bootjes of jagen ze weg onder bruggen. Die zien de agenten op de wal niet. Maar ik kan me ook voorstellen dat we op het water een hennepplantage zouden kunnen oprollen.”
De boten waar de politie mee vaart, zijn volledig aangepast op de grachten. Ze hebben geen sirene, maar wel een zwaailicht. Ook heeft de boot blusmateriaal aan boord en kan het door een rookdichte cabine probleemloos dienst doen bij calamiteiten.
De politie werkt nauw samen met het KLPD en de dienst binnenwaterbeheer, waar nu nog veel expertise zit. Momenteel varen de Amsterdamse dienders met zeven man op twee boten. Het is de bedoeling dat het team zich in de toekomst verder uitbreidt, naar zestien à zeventien agenten.
Voorlopig onderzoekt Van Rijn nog wat precies de problemen zijn op de Amsterdamse grachten en hoe ze kunnen worden aangepakt. „Het is geen landje veroveren, maar watertje veroveren. De mensen moeten zich bewust worden van het feit dat de politie de boel in de gaten houdt.”
De aanwezigheid van de politie krijgt op het water meer begrip dan op het land, heeft Van Rijn inmiddels ervaren. „De mentaliteit van de mensen is gemoedelijker, ze zoeken ontspanning en begrijpen de controles beter. Ook de woonbootbewoners zijn blij dat we regelmatig komen langsvaren.”
Of dat ook voor een stel aan de Brouwersgracht geldt, is de vraag. De politie vindt dat de bewoners het kleine bootje dat naast de woonark ligt op een andere plaats moeten leggen. „Op deze manier wordt de vaarroute steeds smaller”, zegt een agent. De bewoners vinden dat de politie dan ook maar eens elders onder de bruggen moet kijken, „want daar liggen ook allemaal bootjes in de weg.”
Een van de agenten geeft hun gelijk en maakt meteen een aantekening in zijn boekje. „Daar moet de dienst binnenwaterbeheer maar eens naar kijken”, besluit hij.