Zonnebloemen en wijnranken gaan goed gedijen in Zuid-Engeland, evenals graan in Scandinavië.

Dat voorspelde onderzoeker Martin Parry van de Britse onderzoeksgroep IPCC voor klimaatverandering. Hij sprak bij een EU-vergadering van milieu- en landbouwministers zondag in Londen.

De klimaatzones schuiven ongeveer 5 kilometer per jaar naar het noorden. Parry verwacht dat Zuid-Europa steeds vaker getroffen wordt door extreme droogte. De zomer van 2005 is al een voorteken, stelde hij. Het noorden wordt juist natter en warmer. De onderzoeker rekende voor dat de Europese temperatuur 0,1 tot 0,4 graad stijgt per tien jaar. De kans op hete zomers is in 2020 tweemaal zo groot als nu en tien keer zo groot in 2080.

„Voor de Nederlandse landbouw pakt het nog goed uit, zo op het eerste gezicht”, concludeerde topambtenaar A. Oostra als vervanger van minister Veerman (Landbouw) na de lezing. „Zuid-Europa krijgt de klappen. Precies die landen maakten het meeste bezwaren bij de Europese beperking van broeikasgassen. Wellicht dat ze nu wat bereidwilliger worden.”

De topambtenaar vermoedt dat de verschuiving wel gevolgen heeft voor het Europese plattelandbeleid. „Het land in Zuid-Europa moet immers geen grote brandstapel worden: beter is het in gebruik te houden.” Financiële gevolgen vindt Oostra moeilijk te voorspellen, maar hij heeft niet de indruk dat de Europese kosten minder zullen worden.

De grote belangstelling van landbouwministers voor de opwarming is een goede zaak, oordeelde staatssecretaris Van Geel (Milieu). „Klimaatverandering raakt iedereen. Het is geen zaak van milieuministers alleen. De opwarming verandert van alles: de energie, landgebruik, natuur en noem maar op. Voor boeren beteken het dat ze zich moeten beraden op de producten die ze telen.”

De staatssecretaris ziet daarbij een grote rol weggelegd voor gewassen zoals koolzaad. Die kunnen dienen voor biobrandstoffen, zoals biodiesel. Die helpen de broeikasgassen beperken. „Landbouw is voor een deel een oorzaak van de opwarming, maar ook een oplossing”, aldus Van Geel.

Dat Noord-Europa geschikter wordt voor landbouw heeft wel een groot nadeel, voegt Van Geel er nog aan toe. In Noord-Rusland ontdooit daardoor de permafrost: de eeuwenlang bevroren bodem. De grond laat daardoor het schadelijke broeikasgas methaan vrij. „Zo gunstig is dat dus ook weer niet.”