„Het lijkt hier wel een Iraakse gevangenis”
BATON ROUGE - Langzaam maar zeker dringt de volle omvang van het menselijke drama en de materiële schade in het zuiden van de Verenigde Staten door. RD-buitenlandredacteur Richard Donk is in het rampgebied om verslag te doen over de nasleep van de verwoestende orkaan Katrina.plattekst (u15,1,0(Haar huis in New Orleans is totaal verwoest. Slechts twee koffers met persoonlijke spullen kon ze meenemen. Wat er van de rest van haar familie is geworden, weet ze niet. Samen met haar zoontje Denzel woont Trina Walton tijdelijk in een overvol sportcomplex in Baton Rouge, de hoofdstad van Louisiana. „Het lijkt hier wel een Iraakse gevangenis.”
Bed na bed, rij na rij. Het Riverside Center in Baton Rouge is in een enorm overdekt vluchtelingenkamp veranderd. Waar normaal gesproken zakenlieden vergaderen of basketbalteams het tegen elkaar opnemen, hebben nu zo’n 5000 ontheemde Amerikanen hun toevlucht gevonden. De meesten komen uit de ondergelopen spookstad New Orleans. Sommigen genieten de privacy van een tentje, maar de meerderheid slaapt op een stretcher of een simpel matje op de vloer.
„Geen wapens, geen drugs, geen alcohol, geen huisdieren. De avondklok gaat om tien uur ’s avonds in.” De posters op de deuren van het complex aan de oever van de Mississippi laten aan duidelijkheid niets te wensen over. De geweren en de vastberaden gezichten van de tientallen militairen evenmin. Chaotische toestanden als eerder in het stadion van New Orleans wil men hier koste wat het kost voorkomen. De metaaldetectors piepen onophoudelijk.
Toch ziet Trina Walton de soldaten liever gaan dan komen. „We zitten hier met duizenden op elkaar gepakt”, vertelt de Amerikaanse, terwijl ze haar 11-jarige zoontje Denzel in de gaten probeert te houden. „We mogen niet weg. En dan al die gewapende militairen.”
Twee weken geleden legde de orkaan Katrina Trina’s woning in puin. „We wisten dat de storm zou komen, maar niet dat het zó erg zou zijn. Het was heel beangstigend. Afval en brokstukken vlogen door de lucht. Bomen vielen op huizen en auto’s. Afgerukte telefoonkabels sleepten mijn hele dak mee. Toen kwam het water. We hebben een paar dagen op de bovenste verdieping gezeten. Overal dreven doden. De politie en de brandweer wilden ons niet helpen. Uiteindelijk wisten we een droog stuk te bereiken, waarna een taxichauffeur ons oppikte en hier naartoe bracht.”
Hoe lang Trina en Denzel in de sporthal moeten blijven, weet ze niet. „Zodra ik weg kan, ben ik vertrokken. Ik heb echter maar heel weinig familie. Ik hoorde dat mijn moeder naar Arkansas is gebracht en mijn zus naar Texas, maar zeker weten doe ik het niet. Het is hier een chaos. ’s Nachts kun je niet slapen vanwege de herrie en de kinderen die rondrennen. Af en toe wordt er gevochten. Voortdurend hoor je geruchten over financiële hulp en onderdak. Maar tot nu toe is er niets gebeurd.”
Rode Kruis-medewerkster Marleen Joy Hanner barst in tranen uit als ze het verhaal van Trina hoort. „Ik ben bij de tsunami in Azië geweest, dus ik ben heus wel wat gewend. Maar het is toch heel anders als het in je eigen land gebeurt. Het is zo vreselijk om al die mensen hier te zien lijden. En de hulp komt gewoon niet snel genoeg; dat is nog het meest frustrerend.”