Venezuela meet zich rol van regionale grootmacht aan
„Bedank ons niet, want wij doen alleen wat het geweten voorschrijft.” Met die welluidende woorden ondertekende president Hugo Chavez van Venezuela vorige week in Kingston een verdrag met Jamaica dat voorziet in de levering van brandstof, tegen uitzonderlijk gunstige voorwaarden.
Van de vijftien lidstaten van de Caricom (Caraïbische Gemeenschap) hebben er inmiddels dertien getekend voor goedkope olie uit Venezuela. Het gebied kan zich zodoende goeddeels onttrekken aan de recente stijging van de olieprijs, die voor de reeds wankele regionale economie mogelijk funest was geweest.
Voor Venezuela, de grootste producent en exporteur van olie buiten het Midden-Oosten, is de leverantie van olie tegen welhaast kostprijs aan de kleine Caraïbische eilanden nauwelijks meer dan een niemendalletje. Maar de politieke welwillendheid van de geste is moeilijk te overschatten.
President Chavez mag dan in de Verenigde Staten en Europa vooral opvallen vanwege zijn soms opvliegende gedrag en zijn ogenschijnlijk minder samenhangende bolivariaanse revolutie, in Zuid-Amerika geniet het Venezolaanse staatshoofd ondertussen een prima reputatie. Chavez staat erop om zijn streven naar Zuid-Amerikaanse eendracht en solidariteit inhoud te geven door de regio te laten delen in de forse financiële meevallers die zijn land kreeg toebedeeld als gevolg van de almaar stijgende olieprijs.
Naast het gros van de Caricom-lidstaten profiteren inmiddels ook Cuba, Ecuador, Uruguay, Paraguay en Argentinië van de goedkope Venezolaanse olie. Cuba is voor bijna zijn volledige energiebehoefte aangewezen op de vrijgevigheid van Hugo Chavez. In ruil hiervoor stuurden de autoriteiten in Havana ongeveer 30.000 onderwijzers, artsen, verplegers en sportinstructeurs naar Venezuela.
President Chavez is de afgelopen drie jaar niet minder dan dertien keer onthaald door Fidel Castro. De twee staatshoofden zijn dikke maatjes. Dat is Chavez ook met de mullahs van Iran. De Venezolaanse president kan het daarnaast ook goed vinden met president Bashar al-Assad van Syrië en was een van de laatste staatshoofden die een officieel bezoek brachten aan het Irak van Saddam Hussein voordat de Amerikanen deze onttroonden. Verder is Chavez beste vrienden met kolonel Gaddafi van Libië, hoewel de regering in Washington dat tegenwoordig helaas niet langer als aanstootgevend ervaart.
Chavez is evenwel meer dan een dwarsligger of provocateur. Hij heeft een plan en geld. Chavez wil tegenwicht bieden aan de Amerikaanse overmacht op het westelijk halfrond. Dat lukt hem steeds beter nu Zuid-Amerika’s regionale grootmacht Brazilië opnieuw verwikkeld is geraakt in een groots corruptieschandaal en president Lula da Silva zich niet langer met goed fatsoen buiten zijn landsgrenzen kan laten zien. Brazilië is voor het moment uitgeschakeld.
Argentinië is ondertussen te veel met zichzelf bezig, terwijl Chili als meest briljante pupil uit de klas enerzijds te veel afgunst opwekt om zich een leidersrol te kunnen aanmeten en anderszins daarvoor simpelweg ook te klein is. Blijft over Venezuela.
President Chavez ziet zijn kans schoon en weifelt geen moment om klinkende munt te slaan uit de positie die Venezuela thans -en grotendeels bij verstek van anderen- inneemt. Het Venezolaanse staatshoofd wil de onderlinge samenwerking van de landen van Zuid-Amerika en terloops ook de machtspositie van het continent in de wereld verstevigen door een gezamenlijk energiebeleid.
Hiertoe streeft Chavez onder meer naar vergaande samenwerking tussen de staatsoliemaatschappijen van zijn eigen land en die van Brazilië, Argentinië, Colombia en Ecuador. Zuid-Amerikaanse landen zonder een noemenswaardige eigen olieproductie kunnen rekenen op goedkope Venezolaanse olie.
Op reeds korte termijn hoopt president Chavez een samengaan te kunnen bewerkstelligen van de grootste Zuid-Amerikaanse staatsoliemaatschappijen als het Braziliaanse Petrobras, het Argentijnse Enarsa en de Venezolaanse oliekolos Petroleos de Venezuela. Een voorbeeld van hoe deze samenwerking er moet gaan uitzien is reeds geleverd op het terrein van de media met Telesur, de eerste nieuwszender voor heel Zuid-Amerika die eind vorige maand begon en de krachten wil bundelen van de verschillende staatsomroepen uit de regio.
Op deze manier streeft president Chavez ernaar om zijn bolivariaanse revolutie -die een terugkeer voorstaat naar de oorspronkelijke Zuid-Amerikaanse waarden (wat die ook precies mogen zijn)- ook buiten Venezuela uit te dragen.
Eigenlijk zit Chavez nagenoeg alles mee. Het moment is rijp voor een meer nationalistische en minder rationele aanpak van de problemen waarvoor het continent zich geplaatst ziet. Hoewel alle landen van Zuid-Amerika alweer zo’n twintig jaar lang onder democratisch bestuur staan, heeft het politieke bestel in de ogen van een groeiend aantal mensen afgedaan, gezien het ogenschijnlijke uitblijven -op Chili na- van vooruitgang.
Er is dus volop oor naar een reddersfiguur uit Venezuela, vooral één wiens geldbuidel goed gevuld blijkt. Zo staat Hugo Chavez en zijn bolivariaanse gedachtegoed reeds model voor volksbewegingen in Bolivia, Peru en Ecuador, die bovendien kunnen rekenen op financiële steun uit Caracas.
Maar hoewel Chavez in zijn vaak urenlange redevoeringen voor radio en televisie geen genoeg krijgt van het ophemelen van zijn interpretatie van het socialisme, is het Venezolaanse staatshoofd verstandig genoeg om zich in de praktijk te laten leiden door overwegingen van meer pragmatische aard. Caracas lijkt in niets op Havana. Integendeel: de extra olie-inkomsten zorgden voor een opleving van het consumentisme, dat gestalte krijgt in fonkelnieuwe winkelcentra.
Terwijl Chavez en zijn medestanders periodiek van leer trekken tegen de zucht van de middenklasse naar meer luxe, leggen zij de lustige kopers geen strobreed in de weg. „De president weet drommels goed dat hij de steun van de middenklasse niet kan ontberen. Wil hij bij de verkiezingen van volgend jaar een zoveelste ambtstermijn in de wacht slepen, dan zal hij althans op het thuisfront zijn bolivariaanse revolutie moeten matigen”, zo stelt Garrido Perez, een parlementslid van de oppositie.