Ter voorkoming van een verdere opwarming van de aarde is in de Kyoto–afspraken besloten de uitstoot van koolstofdioxide CO2 te beteugelen. Hierbij is gekozen voor een systeem van CO2–emissierechten voor zware industrie en elektriciteitsbedrijven. Dit zijn quota die bepalen hoeveel CO2 een bedrijf mag uitstoten.

Een veertigtal bedrijven in Nederland, waaronder Heineken, de Gasunie, Nuon en Essent, had bezwaar aangetekend tegen de verdeling van de rechten, zoals die door de ministeries van Economische Zaken en VROM was gemaakt. Volgens de bedrijven had het Rijk bij de toewijzing onvoldoende rekening gehouden met bijzondere omstandigheden als groot onderhoud.

In een tussenuitspraak in april stelde Raad van State een aantal bedrijven in het gelijk. Heineken, Gasunie, Pechiney Nederland en academische ziekenhuizen in Groningen en Utrecht kregen hun zin. Ook kwam de hoogste bestuursrechter deels tegemoet aan de bezwaren van Nuon, Electrabel Nederland, Essent, Lyondell Chemie Nederland, Yara Sluiskil en Air Liquide. Voor die bedrijven heeft de overheid het verdelingsbesluit aangepast.

Met die wijzigingen is de verdeling verlopen conform het Europese recht op dit gebied, oordeelde Raad van State vrijdag. Daarmee ligt de toewijzing van de emissierechten vast. Onder meer Corus, DSM en aardappelverwerker Aviko vissen door de uitspraak achter het net.

De regering besloot bij de verdeling een deel van de emissierechten in een depot te stoppen voor ’nieuwkomers’. De komst van nieuwe of uitbreiding van bestaande bedrijven blijft zodoende mogelijk. De hoogste bestuursrechter acht deze reserve „in overeenstemming met" de geldende regels.