Gedacht wordt aan gezamenlijke contracten met grote energiecentrales. Brinkhorst wil voorkomen dat de bedrijven daarmee in strijd handelen met Europese regels over eerlijke concurrentie en is graag betrokken bij het overleg.

Hij heeft donderdag gesproken met de energie-intensieve industrie, die steen en been klaagt over het grote verschil in prijzen tussen Nederland en onder meer Duitsland. Het prijsverschil met de oosterburen is opgelopen tot meer dan 20 procent, 57 euro per megawattuur, tegenover 44 euro, en de Nederlandse bedrijven zeggen dat ze zo de concurrentie niet langer aankunnen.

De staalbedrijven Corus en Nedstaal, de aluminiumsmelterijen Aldel en Pechiney en zinkfabriek Pasminco in Budel zouden al langer spelen met de gedachte om samen een eigen kolencentrale te bouwen op de Tweede Maasvlakte om het probleem van de hoge prijzen aan te pakken. Woordvoerders van het ministerie van Economische Zaken en van de werkgeversorganisatie VNO-NCW, die het initiatief nam tot het gesprek met Brinkhorst, wilden donderdag geen namen van bedrijven noemen.

In het gesprek werd gesteld dat de industrie in Frankrijk, Finland en Spanje veel gunstiger contracten kan sluiten dan hier en uitkomt op een prijs van 25 euro per megawattuur.

Volgens een woordvoerder van VNO-NCW betekent het grote prijsverschil met Duitsland voor grote energie-intensieve bedrijven een verschil op de elektriciteitsrekening dat kan oplopen tot 10 à 20 miljoen euro per jaar.

In Frankrijk kunnen grote industriële stroomgebruikers langjarige contracten sluiten met kerncentrales. In Finland hebben soortgelijke bedrijven zich verenigd in een consortium dat geld steekt in een nieuwe kerncentrale.

Minister Brinkhorst en de bedrijven hopen het onderzoek voor 1 oktober af te ronden.