Deze mededeling deed prof. dr. A. van de Beek, de nieuwe decaan, maandag tijdens de jaaropening van de theologische faculteit. Het aantal studenten aan de VU is onder andere met de komst van het Hersteld Hervormd Seminarie en de opleiding islamstudies gestegen. Tijdens de opening waren ook de hersteld hervormde docenten en dr. W. J. op ’t Hof, die de bijzondere leerstoel voor het gereformeerd piëtisme gaat bezetten, aanwezig.

Onder de studenten bevinden zich niet alleen hersteld hervormden en evangelischen, protestanten en islamieten, maar ook, in de woorden van prof. Van de Beek, „agnosten, atheïsten, zoekers en gevondenen. Het is een brede faculteit.” Het gevaar dat ieder doet wat hij of zij graag wil in deze postmoderne tijd, zag hij wel in, maar de positieve zaken overheersten bij hem. „We hopen dat de faculteit een voorbeeld mag zijn van hoe je met elkaar omgaat en hoe je je geloof kunt verdiepen. Wij moeten een gemeenschap zijn van mensen die zoeken naar de waarheid. We gaan voor wat ons dierbaar is en ons gaande houdt.”

Iedere student mag van de decaan zijn eigen theologische identiteit bewaren en uitdragen, maar hij verbindt daaraan wel twee voorwaarden. De eerste is dat het op een wetenschappelijke manier zal gebeuren, omdat de VU nu eenmaal een wetenschappelijke instelling is. De andere voorwaarde is dat de studenten bereid zijn verantwoording af te leggen van wat ze geloven en belijden. Het doel van het naar elkaar luisteren en het elkaar bevragen moet niet direct zijn de ander naar je eigen zienswijze over te halen, maar meer het beter leren verstaan van de ander en jezelf. „Als een christen niet in staat is aan een moslim duidelijk te maken wat de leer van de Drie-eenheid inhoudt, hoe zal hij dat later wel kunnen doen aan zijn catechisanten?”

Prof. Van de Beek constateerde dat de faculteit niet alleen qua aantallen maar ook wat kwaliteit betreft goed scoort. Hij deelde mee dat een visitatiecommissie in het afgelopen studiejaar vol lof was over het theologisch niveau van de faculteit, waar toen negen promoties plaatsvonden. „We kunnen dat niveau handhaven door toponderzoek te verrichten in een grote mate van betrokkenheid bij kerken, gemeenschappen, moskeeën en de maatschappij, die steeds meer dreigt te versplinteren. Als we kunnen communiceren met de samenleving, kunnen we een voorbeeldfunctie hebben in de maatschappij.”

De decaan zag een uitdaging in het bundelen van krachten met andere onderwijsinstellingen, omdat „theologie niet hoog scoort en het aantal instellingen krimpt.” Allereerst wil hij samenwerken met andere theologische faculteiten. „De tijd is voorbij dat we elkaar beconcurreren. We zullen elkaar moeten vinden met behoud van eigen identiteit en complementair moeten zijn.” Hij noemde de contacten die er op dit moment zijn met de Theologische Universiteit Kampen (ThUK). Graag zou hij ook in gesprek willen met de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen (Broederweg). Hij noemde ook de samenwerking met Christelijke Hogeschool Windesheim in Zwolle en de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en memoreerde onder meer het contact met de Universiteit van Leuven (België) en een samenwerking met universiteiten in Amerika en het Verre Oosten.

Dr. A. M. Lanser-van der Velde, universitair docent pedagogiek, hield maandagmiddag de openingsrede van de theologische faculteit, die als titel had: ”Creativiteit in onderwijs en onderzoek”. Ze wil speelruimte scheppen voor een „creatieve theologiestudie.” „Misschien is het juist aan theologen en aanverwante disciplines om gespannen en emotioneel heftige discussies over evolutie, creationisme en alle varianten zoals Intelligent Design, van laconieke kanttekeningen te voorzien.”