Binnenland

Van werkpaard tot frikadel

Dik Herberts is een bescheiden mens. Omgekeerd evenredig is zijn bekendheid. Van Huissen tot Opheusden was de nu 75-jarige oud-journalist, drukker en uitgever tot zijn 65e levensjaar het gezicht van huis-aan-huisblad De Betuwe. Maandag nam hij na ruim vijftig jaar afscheid als medeorganisator en initiator van de Elster paardenmarkt. Over tienduizenden pk’s en van werkpaard tot frikadel.

Gert Janssen
6 September 2005 10:17Gewijzigd op 14 November 2020 02:55Leestijd 3 minuten
ELST – Medeorganisator Dik Herberts nam maandag na vijftig jaar afscheid van de paardenmarkt in het Gelderse Elst. „Je ziet dat steeds meer boeren een bijverdienste zoeken in de paardensector, bijvoorbeeld door het starten van paardenpensions.” Foto Vid
ELST – Medeorganisator Dik Herberts nam maandag na vijftig jaar afscheid van de paardenmarkt in het Gelderse Elst. „Je ziet dat steeds meer boeren een bijverdienste zoeken in de paardensector, bijvoorbeeld door het starten van paardenpensions.” Foto Vid

Zonder ook maar enige ruchtbaarheid te geven aan zijn naderende vertrek, regelde Herberts maandag voor de laatste maal de zaken op de Elster paardenmarkt. Volgend jaar telt iemand anders de aanvoer van de edele viervoeters. Dan ook doet zijn opvolger om 3 uur ’s morgens al de eerste ronde over de markt. Handelaren zullen in 2006 een bekend gezicht en terzake kundig commissielid missen.

Dik Herberts was de enige niet-agrariër in de paardencommissie van het Gelderse Elst. Als verslaggever en eigenaar van De Betuwe kwam hij vanaf 1951 vaak in aanraking met allerlei paardenkeuringen. „Bovendien zaten er hier in de omgeving nogal wat bekende en grote paardenfokkers en drukten wij ook allerlei paardenbladen. Op den duur krijg je er dan wel wat verstand van. En zo rol je er in. Maar een paardenmens ben ik nooit geweest. Niet dat ik een hekel aan de dieren heb, maar ik bewaar graag gepaste afstand.”

De paardenmarkt in het Gelderse Elst behoort tot de grootste en oudste van Nederland. Waar Hedel en Zuidlaren ieder jaar strijden om de grootste aanvoer en de oudste papieren -het laatste woord is daarover nog niet gezegd- stelt Elst zich altijd op als de bescheiden derde in grootte en ouderdom. De aanvoer van paarden lag maandag in Elst rond 1800 viervoeters.

„We zitten weer wat in de lift”, constateert Herberts tevreden. Een competitiedrang met Hedel en Zuidlaren voelt hij echter niet. „Elst was van oudsher meer een veulenmarkt, omdat die zo vroeg in het najaar wordt gehouden. Je ziet dat nu nog steeds. We hebben niet de illusie dat we groter worden dan Hedel en Zuidlaren. Dat is ook niet ons streven.” Met genoegen denkt de organisator terug aan de topjaren van de paardenmarkt. „Tussen 1970 en 1980 hadden we zo’n 2800 paarden op de markt. Dat kwam ook doordat andere markten verdwenen. Maar het was geweldig om daar rond te lopen.”

De dalende afvoer sindsdien is volgens de 75-jarige oudgediende te wijten aan de andere functie die paarden en pony’s hebben gekregen in de Nederlandse samenleving. „Werden de dieren eerst gebruikt voor het werk op en rond de boerderij, nu zijn ze veel meer onderdeel van sport en ontspanning. Desondanks is de paarddichtheid in Nederland nog steeds erg hoog. Volgens cijfers zouden we in ons land een half miljoen paarden hebben en verdienen 15.000 mensen er hun brood mee. Je ziet ook dat steeds meer boeren een bijverdienste zoeken in de paardensector, bijvoorbeeld door het starten van paardenpensions.”

Een andere trend die de Elster paardencommissaris signaleert is de export naar Zuid-Europese handelaren. Vooral Italianen kopen veel pony’s op voor met name de vleesindustrie. Lachend: „Je hoort wel eens vertellen dat ze in de frikadellen worden verwerkt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer