Top-100 ziekenhuizen
De directeur van het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal had het druk, afgelopen zaterdagmorgen. In een onderzoek van het Algemeen Dagblad was zijn ziekenhuis boven aan de top-100 beland. Hij stroopte alle kiosken en tankstations af om exemplaren van de krant te kopen.
Was er echt iets om trots op te zijn? ”Ziekenhuizen vaak ondermaats”, stond er boven het artikel in het AD. Deze krant heeft naam gemaakt met dergelijke vergelijkende warenonderzoeken. In de zomer zijn het de ijsjes en tegen de jaarwisseling kunnen de oliebollenkramen op bezoek van het journaille rekenen. De kop die het AD nu koos leek afkomstig uit de eveneens befaamde haringtest.
Het ziekenhuisonderzoek lijkt uit de toon te vallen bij de consumentengidsachtige onderzoeken. Is het eigenlijk wel mogelijk om een scorelijst van ziekenhuizen samen te stellen?
Vooropgesteld: het is niet zo dat de krant proefpersonen met een bepaalde kwaal uitzet in verschillende ziekenhuizen en dan beoordeelt hoe goed of slecht zij behandeld zijn. De drie tabellenpagina’s vol groene en rode balkjes bevatten cijfers die de ziekenhuizen zelf verstrekt hebben. Maar daar zit juist het eerste addertje onder het gras. Sprekend voorbeeld is het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda: dat is van plaats 85 op de lijst van 2004 gestegen naar de 9e plek nu. De reden is niet (althans: niet alleen) dat de kwaliteit met sprongen omhoog is gegaan, maar dat het ziekenhuis vorig jaar een aantal gegevens niet verstrekte. Dat werd bestraft met een lage positie. Zo staan er ook dit jaar weer ziekenhuizen onder aan de lijst met veel witte vlekken die misschien toch uitstekende zorg verlenen.
Het omgekeerde kan ook het geval zijn. Een woordvoerder van het Goudse ziekenhuis mopperde vorig jaar dat sommige ziekenhuizen zelfs gegevens verstrekken over afdelingen die ze niet eens in huis hebben.
Maar stel dat er een goede kwaliteitsmeter voor ziekenhuizen zou zijn, wat moet een ’consument’ daar dan mee? Zo’n ranglijst is zinvol als er een keuzemogelijkheid is, maar die is vaak beperkt. Wie last heeft van galstenen zal misschien kiezen voor een ziekenhuis waar zelden of nooit lekkage optreedt na een galblaasoperatie. Maar het percentage doorligwonden hangt sterk af van het type patiënten en zo’n cijfer speelt niet snel een rol bij een keus.
Een ander nadeel van zo’n top-100 is dat een vergelijking bijna altijd mank gaat. Welke criteria neem je mee, en hoe zwaar weeg je die? Het AD noemt de meting een kwaliteitsvergelijking, maar aspecten als patiënttevredenheid, het aantal gegrond verklaarde klachten, de lengte van de wachtlijsten en het opleidingsniveau van het personeel zijn niet meegenomen.
Het bepalen van de kwaliteit van zorginstellingen is zeker van groot belang voor de bewaking ervan. Een ziekenhuis in Breda schafte naar aanleiding van een eerder onderzoek 800 nieuwe bedden aan, waarna het percentage doorligwonden drastisch afnam. Voor een juiste weging van de kwaliteitsaspecten zijn echter meer gegevens nodig dan het AD nu biedt. De Inspectie voor de Gezondheidszorg is daar samen met de ziekenhuizen aan bezig, en daarbij spelen ook andere belangen een rol dan de keuzevrijheid van de autonome, mondige patiënt.