Een van die punten is abortus. Roberts heeft in 1991 in een proces betreffende abortus gezegd dat de beslissing van het hooggerechtshof in 1972 (Roe tegen Wade) die abortus legaliseerde „onjuist” was. De basis voor deze beslissing was gebaseerd op een uitspraak van het hooggerechtshof van 1965 betreffende het recht op privacy. Afgelopen zomer zei Robert echter dat dit recht op privacy „hoogstwaarschijnlijk” was vastgelegd in de grondwet. Volgt daaruit nu dat Roberts toch voor abortus is?

Roberts heeft het bij sommige conservatieve groepen verkorven omdat hij in 1996 als advocaat een groep pro-homo-organisaties hielp een strategie te ontwerpen om in Colorado een referendum tegen te houden over antihomomaatregelen. Roberts wijst erop dat hij dit deed als lid van een advocatenkantoor dat zich dient in te zetten voor de belangen van z’n cliënten „ongeacht de persoonlijke mening van een advocaat.”

Verschillende liberale organisaties hebben zich uitgesproken tegen de benoeming van Roberts, omdat hij zich in zijn carrière consequent heeft uitgesproken tegen speciale rechten voor minderheden en voor vrouwen. Als juridisch adviseur van president Reagan schreef hij in 1984 een memo dat gelijke betaling voor mannen en vrouwen afwees.

Wat vindt Roberts van het standpunt van het ministerie van Justitie, dat in 2002 stelde dat het martelen van (terreur)gevangenen is toegestaan? Het betreffende memorandum werd later ingetrokken, maar het impliceerde dat de Amerikaanse president in uitzonderingsgevallen boven de wet staat.

Wat denkt Roberts hierover en wat vindt hij van het recht van burgers om de overheid juridisch ter verantwoording te roepen? Dit is een onderwerp dat vooral de Republikeinen bezighoudt, omdat die traditioneel gekant zijn tegen een te overheersende rol van de centrale overheid (lees: Washington) in het reilen en zeilen van Amerika.

Andere punten die aan de orde zullen komen betreffen het milieu, de scheiding van kerk en staat en rassendiscriminatie. Voor- en tegenstanders van Roberts’ benoeming bestookten ’hun’ senatoren de afgelopen dagen met argumenten. Vanaf dinsdag is het woord nu aan de Senaat.