Kerk & religie

„Wij hebben allemaal te veel in de koelkast”

Het zendingsbureau van de Gereformeerde Gemeenten in Woerden gaat binnenkort behoorlijk van kleur verschieten. Er komt een andere algemeen secretaris, want Gert Nieuwenhuis vertrekt. En er komt ook een andere voorlichtingsfunctionaris, want Ben Zijl vertrekt ook, per 1 september al. Beiden maken gebruik van de mogelijkheid vervroegd uit te treden.

J. van ’t Hul
29 August 2005 10:20Gewijzigd op 14 November 2020 02:53
WADDINXVEEN – Ben Zijl: „Bij de beroepskeuze in het voortgezet onderwijs is zending nauwelijks in beeld. Waarschijnlijk heeft zending nog het imago van de zwarte kinderhartjes waarvoor je een centje meeneemt. Er zou al heel wat gewonnen zijn als onze re
WADDINXVEEN – Ben Zijl: „Bij de beroepskeuze in het voortgezet onderwijs is zending nauwelijks in beeld. Waarschijnlijk heeft zending nog het imago van de zwarte kinderhartjes waarvoor je een centje meeneemt. Er zou al heel wat gewonnen zijn als onze re

Het vroegtijdige vertrek van Zijl (57) heeft te maken met een reorganisatie van het zendingsbureau. Eerder al had hij te kennen gegeven gebruik te willen maken van een overgangsregeling waardoor het mogelijk was minder te gaan werken. „Ik had niet zo veel behoefte om opnieuw aan te gang te gaan met het voortgaande proces van digitalisering van het werk. Ik ben nu eenmaal iemand uit het analoge tijdperk. In de gegeven omstandigheden heb ik uit eigen beweging aangegeven best met werken te willen stoppen. Heb ik dan genoeg van mijn werk? Zeker niet, maar er zijn nog zo veel andere nuttige en leuke dingen die ik graag doe.”

Zijl gaat zich bezighouden met de individuele begeleiding van een zwaar autistische jongen. Daarnaast is hij in de gevangenis in Zoetermeer vrijwillig maatschappelijk werker. En een dag in de week werkt hij in het Openluchtmuseum in Arnhem. „Ik beheers het ambacht van het imiteren van hout- en marmerstructuren. Zo iemand zochten ze in het Openluchtmuseum nog.”

Ongeboren kind
Ben Zijl werd in 1948 geboren in Ede. Vader kwam uit een vrijzinnig milieu, moeder uit de plaatselijke oud gereformeerde gemeente. Later ging het ouderlijk gezin over naar de Gereformeerde Gemeenten.

De toen nog jonge Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) vroeg Zijl in 1975 toe te treden als vrijwilliger. Vrij snel kwam hij daar in vaste dienst. „Het eerste kantoor van de VBOK was bij mij thuis op zolder.”

Toen hij er kwam, had de VBOK 2500 leden. Toen hij in 1985 vertrok, waren het er 80.000. „Nee, dat was niet dankzij mij, maar dat kwam, helaas, door de abortusproblematiek, die in die jaren actueel was.”

In 1984 werd Zijl door Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) benoemd als voorlichtingsfunctionaris. „Of ik daar een roeping voor had? Nee. Maar ik ben toch aangenomen. Achteraf bezien mag ik ronduit zeggen dat dit toch de weg van de Heere was. Wat is roeping? Hebben we dat altijd helder? Volgens mij is er sprake van roeping als de begeerte om werkzaam te mogen zijn in het Koninkrijk van God een grote plaats heeft in het gebed. En als de Heere vervolgens wegen opent om daarin bezig te kunnen zijn. Daarnaast kan er natuurlijk in sommige gevallen concreet sprake zijn van roeping als de Heere door Zijn Woord en Geest onmiskenbaar tot een mensenhart spreekt.”

In de afgelopen twintig jaar nam Zijl een verandering waar in het voorlichtingswerk. „In het begin ging ik langs scholen, verenigingen en gemeenten. Ik liet met dia’s zien hoe het zendingswerk gestalte kreeg. De mensen in het land gaven geld aan de zending, en wij kwamen van tijd tot tijd langs om te laten zien waaraan we dat geld hadden uitgegeven. Dat is veranderd. Nu werken we veel meer aan een proces van toerusting en bewustwording.”

Onlangs gaf hij voorlichting op een kinderkamp. „Ik vroeg aan de groep: „Jongens, wie van jullie zou er de zending in willen?” Twee, drie vingers kwamen er, aarzelend. Toen heb ik gezegd: „Daarvoor heb je allereerst een nieuw hart nodig, maar dat moet je toch hebben. In de tweede plaats moet je zeker weten dat de Heere je die taak geeft, en in de derde plaats moet je goed je best doen op school, want de Heere kan geen luie christenen gebruiken.”

Beroepskeuze
Bij de beroepskeuze in het voortgezet onderwijs is zending nauwelijks in beeld. „Waarschijnlijk heeft zending nog het imago van de zwarte kinderhartjes waarvoor je een centje meeneemt. Er zou al heel wat gewonnen zijn als onze reformatorische scholen zending nuchter en zakelijk als mogelijk arbeidsveld voor sommige leerlingen aan de orde zouden stellen.”

Dát aspect vormde voor Zijl ook de grootste uitdaging in de afgelopen 21 jaar. „Ik heb geprobeerd de zendingsgedachte breder te laten leven in de gemeenten. Die staat nog wel eens op een laag pitje. Zending heeft alles te maken met de wederkomst. Als het Woord gebracht zal zijn bij alle volken, dan zal het einde zijn. Dat moet wel bewogenheid met de onbekeerde medemens oproepen.”

Wie veel reist, krijgt oog voor christenen waar ook ter wereld. „Ik heb nog nooit een land bezocht waar ik geen enkele christen ontmoette. Zelfs in het godloze Nepal ontmoette ik in een leprakliniek iemand die twee boeken koesterde. Die man had een Bijbel en een Christenreis van Bunyan. De Heere heeft overal Zijn volk, ook al missen ze soms onze gereformeerde traditie. Dat moet je leren zien. En je moet het ook willen zien.”

Zendingswerk is boeiend, zegt Zijl. „Ik ben erg geïnteresseerd in vreemde culturen, vind het boeiend om kennis te maken met de mens in andere leefwerelden. Een zendingswerker wordt uitgezonden naar één plek, maar ik heb alle zendingsvelden gezien. Daar heb ik ook gezien dat een relatief klein kerkverband zoals de Gereformeerde Gemeenten toch een omvangrijk zendingswerk kent. Zeker in de beginjaren werd het werk van de zending met stuivers en kwartjes bij elkaar gespaard.”

Aan de andere kant, er kan nooit genoeg aan zending en evangelisatie worden gedaan. „Er is meer werk dan geld. Wij, ook wij, kerkmensen, wij zijn zo bezig met de materie, met dure spullen, met onze kleding en grote hoeden, met onze gezondheid. We hebben allemaal te veel in de koelkast. Eerst eten we ons rond. En vervolgens maken we van afslanken onze afgod. En ondertussen gaat onze naaste verloren omdat er niet meer zendelingen en evangelisten betaald kunnen worden.”

Hobby
Zijl is er een voorstander van om zendingskerken tijdig zelfstandigheid te geven. „Dan vragen onze mensen wel eens: Maar blijft die post daar in Nigeria of op Papoea nog wel van de Gereformeerde Gemeenten? Dan zeg ik: Nee, want het is nooit een gereformeerde gemeente geweest.”

In een oude vitrinekast staat Zijls hobby, zendingsbusjes. Het moet op dit gebied een van de grootste verzamelingen in Nederland zijn. ”Missie spaarpotje van St. Antonius”, staat er op een oud blik. Op een ander: ”Doe voor broer en zusje een cent in het busje”. Op een derde: ”Nederlandsch Zendelingengenootschap, Matth. 6:10, Col. 1:20”.

Behoedzaam tilt hij een oud potje op. „En deze gaf, als er een muntje in viel, altijd een belletje. Je kon aan het belletje horen wat voor munt het was, een dubbeltje of een kwartje.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer