Celstraffen geëist voor groepsverkrachting Katendrecht
Voor de rechtbank in Rotterdam zijn maandag celstraffen van vijf en tien maanden geëist tegen twee verdachten van een groepsverkrachting. De twee Rotterdammers van 16 en 17 jaar zouden, samen met anderen, betrokken zijn geweest bij de veelvuldige verkrachting in mei 2004 van een meisje van 13 in een woning in de wijk Katendrecht.
De oudste van het tweetal wordt bovendien verdacht van een straatroof en medeplichtigheid aan een vechtpartij in een inrichting.
De jongens maakten deel uit van een groep die in wisselende samenstelling drie meisjes van 13 en 14 jaar meermalen heeft verkracht. Tot en met woensdag moeten in verband met de zaak twaalf verdachten van tussen 15 en 18 jaar voor de rechtbank verschijnen. Het merendeel van hen heeft inmiddels bekend. De zittingen vinden voor een deel achter gesloten deuren plaats. De jongens komen steeds in groepjes van twee voor de rechter.
In een geval ziet de officier van justitie af van vervolging: een 9–jarige verdachte gaat in verband met zijn jonge leeftijd vrijuit. Drie anderen zijn al veroordeeld wegens hun betrokkenheid bij het seksueel misbruik in de woning en in kelderboxen in Katendrecht en bij de dood van een 15–jarige Rotterdammer die op de Beijerlandselaan op Rotterdam–Zuid werd neergestoken.
Eerder dit jaar veroordeelde de rechtbank in Rotterdam in een vergelijkbare zaak vier jongens van 17 en 19 jaar tot celstraffen van twaalf en achttien maanden. Ze noemden zich de ’Cabo Pimp Unit’, de Kaapverdiaanse Pooier Eenheid.
Justitie vroeg vorige maand om een „gedegen" onderzoek naar het fenomeen groepsverkrachtingen. Volgens veel advocaten en andere deskundigen „zijn deze zaken nog maar het topje van de ijsberg".