„De Heere vraagt ons hart”
„De Heere vraagt niet onze tong of onze lippen om Hem mee te eren, maar hij vraagt ons hart.”
Dat zei ds. M. A. Kempeneers vrijdagavond in Rijssen bij de opening van het 22e schooljaar van de Jacobus Fruytier scholengemeenschap. De oud-Fruytier-docent nam voor zijn appèlwoord het eerste deel van Spreuken 23:26 als uitgangspunt: „Mijn zoon! geef mij uw hart.”
Volgens de Elburgse pastor kan niemand zijn hart missen. „Het is ons belangrijkste orgaan. Ons hart is ons leven en de Heere vraagt ook ons leven. Mijn zoon, staat er, maar in het Hebreeuws staat er een woord dat ”jongeren in het algemeen” betekent. En waarom heeft Hij de jeugd zo graag bij Zich? Omdat jongeren nog al hun krachten in dienst van de Heere kunnen besteden. We zien ook in de Bijbel vaak dat Hij gebruikmaakt van jonge mensen. Mensen worden ook vaak bekeerd in hun jeugd. De Bijbel spreekt ook over kwade dagen, waarin mensen geen lust meer in dezelve hebben. Daarom spreekt Hij ook jongeren aan. Omdat de jeugd zo’n gevaarlijke periode is, ook tegenwoordig.”
Salomo zei al dat de jeugd en de jonkheid ijdelheid zijn. „De Heere spreekt ook de jongeren aan omdat de jeugd maar zo kort duurt. Daarom doet Hij een appèl op ons hart. Gelukkig vraagt de Heere geen verbroken hart. Als we eerst zelf berouw moesten tonen, zou er nooit iemand bekeerd kunnen worden. Maar Hij vraagt ons stenen hart, want Hij wil daar een vlesen hart van maken dat Hem wil dienen. Hoe kom je daaraan? Maak je zonden concreet voor Hem bekend. De Heere is zelf ook heel duidelijk in Zijn Woord, bij het benoemen van de zonden windt Hij er geen doekjes om. Waarom? Opdat mensen met die zonden zich tot Hem om genezing zullen wenden. Omdat Hij weet wat van Zijn maaksel is te wachten is er nog doen aan. Daarom, laat ons met vrijmoedigheid toegaan tot die troon van genade. Ouders, u spreekt daar toch met uw kinderen over? Als u dat niet doet, doet de duivel het wel”, aldus ds. Kempeneers, christelijk gereformeerd predikant te Elburg.
De voorzitter van de centrale directie, ing. E. Klein, werkte het thema ”Hoe vertellen we hét thuis?” uit aan de hand van de geschiedenis van rabbi Salomon Duitsch. „Toen deze eertijds gerespecteerde rabbi tot bekering kwam, kon hij er thuis niet over vertellen omdat zijn vrouw vijandig stond tegenover het christelijk geloof. De thuissituatie was er niet geschikt voor.”
Volgens Klein moeten ouders thuis en docenten op school werken aan de juiste sfeer, zodat kinderen en leerlingen hun geheimen durven te vertellen. „Een veilige omgeving en een open verhouding zijn heel belangrijk. Als ouders en docenten veel geven in liefde en betrokkenheid, krijgen ze ook veel terug. Maar we moeten ook de waarheid spreken. Niet in verwijtende zin richting elkaar, maar in mildheid.”
Klein riep de leerlingen op om ook naar vermogen terug te geven. „Duitsch had een geheim, maar wie van ons heeft dat niet? Er zijn negatieve geheimen, zoals die site die je gauw wegklikt als je voor de koffie geroepen wordt, of dat boek dat onder je bed verdwijnt als je iemand hoort aankomen. Maar er zijn ook positieve geheimen, zoals het stille gebed voor jezelf, of voor een goede vriend. Maar ook daar moet over gepraat kunnen worden. In het gezin moet er tijd voor je zijn en op school moet er een goed klimaat zijn waarin ook plaats is voor dit soort zaken. Maar waar je iemand vertrouwt, schroom dan ook niet om de waarheid met elkaar te delen.”
Het schooljaar werd in Apeldoorn geopend in de Grote Kerk aan de Loolaan. Daar werd het woord gevoerd door ds. H. H. Klomp en drs. H. A. van Zetten. In de kerk van de oud gereformeerde gemeente aan de Schaapsweg in Ede spraken ds. D. W. Tuinier en B. Midavaine. In de kerk van de gereformeerde gemeente in Nunspeet voerden ds. A. Schreuder en drs. H. Westerink het woord. Naast de Apeldoornse hoofdvestiging heeft de Fruytier scholengemeenschap ook vestigingen in Uddel en Rijssen. De scholengemeenschap telt 2756 leerlingen en 279 medewerkers.