RSS staat voor Really Simple Syndication of Rich Site Summary, een simpele coderingstechniek waardoor nieuwe teksten op websites automatisch kunnen worden gedistribueerd. Voorwaarde is wel dat de websites deze techniek ondersteunen. Dit is zichtbaar door een, vaak nog verscholen, RSS-link of een oranje RSS-button op de site. Ook de website van het Reformatorisch Dagblad maakt gebruik van de RSS-techniek.

Het is echter niet zo dat een simpele klik op het RSS-symbooltje betekent dat de teksten automatisch ergens worden verzameld. Daarvoor zijn op internet vele mogelijkheden. Wie bijvoorbeeld op Google de zoekterm RSS invult, krijgt enkele gratis softwareprogramma’s te zien die de teksten kunnen ’lezen’. Verder is het mogelijk om via webbrowsers of websites RSS-feed op te vragen.

Bloglines.com was twee jaar geleden een van de eerste websites die internetgebruikers de mogelijkheid bood om overal je RSS-nieuws op te vangen. Eind dit jaar worden naar verwachting ruim een miljard artikelen per dag verzonden via de servers van de onderneming. De toeloop was onlangs zelfs zo groot dat de computerapparatuur op drukke uren de aanvragen niet meer aankon.

Oprichter Mark Fletcher van Bloglines, dat in februari is verkocht aan zoekmachine Ask Jeeves, zegt zelf 240 tot 260 sites bij te houden via RSS. Meer is ook niet handig, zegt hij. „Je moet overzicht kunnen houden. Een van de problemen waar ik me nu mee bezighoud, is hoe je meer kunt rubriceren.”

Via de RSS-links op websites kunnen internetters zich ’abonneren’ op het nieuws. Geen enkele site heeft het tot dusver gewaagd om daar geld voor te vragen. Ook Bloglines is gratis. Geld hoeft er ook nog niet verdiend te worden, stelt Fletcher. „We werken nu vooral aan verbetering van de techniek. Dit zal ook onze belangrijkste taak voor de komende twee jaar worden.”

Gemakkelijk is het allemaal nog niet. Wie weinig verstand heeft van het opkomende internetfenomeen, kan worden afgeschrikt door de codetaal die op het computerscherm verschijnt na te zijn doorgelinkt. Vele mensen weten niet dat zij dan het webadres moeten kopiëren naar een ’nieuwslezer’. Dat is een probleem, zo onderkent Fletcher. „De grootste uitdaging is om het allemaal gemakkelijker te maken. Ik heb bijvoorbeeld ook wel eens met andere aanbieders gesproken over een nieuwe merknaam voor RSS, een term die de meeste mensen toch niets zegt.” Bloglines gebruikt om die reden de term ”feed”, Microsoft is van plan om RSS ”web feeds” te gaan noemen.

RSS heeft zich inmiddels zo ver ontwikkeld dat het niet alleen maar gaat om het verzamelen van nieuws op websites. Marktplaats.nl biedt bijvoorbeeld ook de mogelijkheid aan om op de hoogte te blijven van advertenties van bijvoorbeeld kinderkleding. Daar wordt al veelvuldig gebruik van gemaakt, stelt Marktplaats-directeur Oscar Diele. „Op vaste tijden wordt onze database flink aangesproken door de RSS-programma’s.”

Microsoft gaat waarschijnlijk voor de doorbraak van de RSS-techniek bij het grote publiek zorgen. In de nieuwste versie van zijn Explorer-webbrowser, die later dit jaar verschijnt, ondersteunt het softwareconcern voor het eerst de verzameling van RSS-pagina’s. Concurrent Firefox doet dat al, maar Explorer is goed voor een marktaandeel van bijna 90 procent. Volgens Fletcher is het niet geheel ondenkbaar dat internetters straks hoofdzakelijk nog enkele sites bezoeken: Google voor zoekopdrachten, hun internetmailadres en een RSS-verzamelsite.

Apple stimuleerde eerder dit jaar een ander internetfenomeen, het podcasten, ofwel het verspreiden van gratis digitale radioprogramma’s voor mp3-spelers. De computerfabrikant besloot de verspreiding van de beschikbare radioshows in ter hand te nemen om bezitters van zijn iPod-spelers allerlei technisch geklungel te besparen. Sindsdien is de populariteit van podcasting tot grote hoogten gestegen.

Bang dat Microsoft Bloglines wegblaast, is Fletcher niet. „RSS is een open standaard, die Microsoft nu omarmt. Ik zie dat alleen als een goede zaak. Er zijn blijkbaar echt dingen veranderd.”