De grote bazen van de cocaïne blijken niet langer in Colombia te zitten maar vooral in het grensgebied tussen de Verenigde Staten en Mexico, meldden Amerikaanse functionarissen.

„De Mexicanen hebben het overgenomen en leiden de georganiseerde misdaad en krijgen het leeuwendeel van het geld”, verklaarde een van de belangrijkste Amerikaanse drugsbestrijders, John Walters, eerder deze week in een vraaggesprek met het blad Christian Science Monitor. „De Colombianen hebben zich teruggetrokken.”

Kartels in Mexico hebben het voor het zeggen in de handel, die volgens schattingen van de VN ruim 140 miljard dollar beloopt.

Volgens onderzoeker Jorge Chabat, die drugsstromen onder de loep neemt, blijft Colombia de voornaamste producent op het westelijk halfrond van cocaïne en heroïne. Mexicaanse bendes beheersen echter het meest winstgevende deel van de handel: het transport en de distributie, waarover ze de zeggenschap hebben weten af te dwingen. Bijna alle drugs gaan via Mexico naar de VS. Op het vlak van marihuana en methamfetamine is het land onbetwist de grootste producent voor de Amerikaanse markt.

Het succes van organisaties zoals het kartel van Osiel Cardenas aan de Golf van Mexico, het Sinaloa-kartel van Joaquin Guzman, het Tijuana-kartel van Ramon Arellano-Felix en het Juarez-kartel van Vicente Carillo is mede te danken aan de successen van de Amerikaans-Colombiaanse samenwerking in de strijd tegen drugs. „Met de ontmanteling van enkele grote kartels in Colombia was het een natuurlijke ontwikkeling dat de Mexicanen die jarenlang contact hadden met de Colombianen en die de routes en de zaken kenden, de zaak over zouden nemen”, aldus Chabat van de universiteit van Mexico-stad.