De jaarlijkse bijeenkomst, die zo’n zestig bezoekers trok, werd in 1981 voor de eerste maal georganiseerd als gezelschapsdag. Tijdens de ontmoetingsdag werden psalmen gezongen, meditaties gehouden en was er gelegenheid tot het afleggen van een persoonlijk getuigenis.

Den Boer ging bij zijn meditatie uit van Jeremía 14:19. Jeremía leefde in een tijd dat Gods oordelen op de aarde waren. De mensen leefden ver van God af. Jeremía was, aldus Den Boer, een man met een zachtmoedig karakter die gebukt ging onder de plagen die over het volk kwamen. „Hij bad intens tot de Heere voor het volk. Het volk bad nog wel, maar er was geen verbrokenheid over de zonden, en die wil God zien. De mensen wilden genezing, maar de Heere wilde hen alleen genezen als ze erkenden dat ze schuldig waren. Het moet gaan om oprecht bukken en buigen voor God. De Heere ziet naar waarheid in het binnenste. Als er geen schuld en berouw is, kan God niet doorwerken. Omdat God geen verslagenheid zag, zond Hij Zijn oordelen als straf op de zonden.”

Het is opmerkelijk, meent Den Boer, dat Jeremía doorging met bidden en het volk te waarschuwen. „Hij vraagt aan God om het verbond niet te vernietigen.”

Den Boer ziet overeenkomsten tussen de tijd waarin Jeremía leefde en de huidige tijd. De meeste mensen in Nederland leven ver van God af. Een andere overeenkomst zijn de valse profeten die bij de hoorders in het gevlei willen komen en hun niet voorhouden dat ze schuld moeten belijden. Voor trouwe predikers is het volgens Den Boer, evenals voor Jeremía, ook nu moeilijk.

„Jeremía heeft veel tegenstand ondervonden. Een oprecht geworden ambtsdrager heeft alles tegen, want wie wil er nu zo’n boodschap horen? Toch kon Jeremía niet ophouden om het volk te vermanen, omdat de eer van God op zijn hart lag en zijn verbondenheid met het volk bleef. Hij sloot zichzelf bij het volk in. Het is groot als de Heere herders zendt die vanuit de levende bediening de mensen aanspreken om de Heere te zoeken. God in Christus kan zelfs het ondeugendste mensenkind verlossen.”

Er gaat volgens Den Boer niet veel meer uit van Gods kinderen. „Er is veel twist en veel kerkstrijd. Hebben we de Heere nog wel nodig? Waren de tijden van weleer er nog maar, toen je kon merken dat de vreze Gods er was.”

Na de meditatie gaven vier mensen een persoonlijk getuigenis. ’s Middags hield de weleerwaarde heer G. W. Nijhof uit Urk een meditatie.