J. P. Morgan is de eerste Amerikaanse bank die met de beheerders van de Enron-boedel een betaling overeenkomt in de kwestie van de zogeheten megaclaims. Dit geld komt niet ten goede aan gedupeerde investeerders, maar aan een groep crediteuren van Enron, dat in 2001 failliet ging. J. P. Morgan ging eerder al akkoord met het betalen van 2,2 miljard dollar (1,8 miljard euro) aan gedupeerde beleggers.

Enron beschuldigt de banken ervan het bedrijf geholpen te hebben de financiële problemen en zijn schulden voor de buitenwereld verborgen te houden. Andere banken waartegen een vergelijkbare claim loopt zijn Citigroup, Barclays, Credit Suisse First Boston, Merrill Lynch en Deutsche Bank.

Analisten verwachten dat de andere Amerikaanse banken het voorbeeld van J. P. Morgan zullen volgen. Zij kunnen ook het proces over de claims afwachten, maar dan kunnen de claims beduidend oplopen.