Pierewaaien bij ‘Rotterdam aan Zee’
Grote en kleine zeeschepen kiezen er bij de Maasmond het ruime sop van de Noordzee. Het is ook de plaats waar toeristen het strand opzoeken en waar wandelaars op de pier wind en water trotseren. Hoek van Holland, deelgemeente van Rotterdam en daarom ook wel aangeduid als Rotterdam aan Zee.
Meeuwen doen hun best om tegen de harde wind in te vliegen. Uiteindelijk geven ze het op en laten ze zich gedwee meevoeren. Een moeder probeert met haar dochtertje een gammele vlieger de lucht in te krijgen. Na enkele vruchteloze pogingen stort het ding in het mulle zand naast de pier. „Een waardeloos ding”, gromt de moeder nijdig naar haar dochtertje, dat beteuterd toekijkt.
Bezoekers van de pier -die de naam Noorderdam draagt- komen niet te dicht bij het water van de Nieuwe Waterweg. De wind smijt witte vlokken schuim op het beton van de pier. Het kan twee vutters -camera om de hals- uit Rotterdam niet deren. „We gaan even lekker pierewaaien met de jongens van de jeugdbrandweer die hier in de buurt een internationaal kamp hebben. Wij maken fotootjes van de activiteiten. Leuk toch, op onze oude dag?”
De jongens van de jeugdbrandweer zijn echter in geen velden of wegen te zien. „We vinden ze wel”, klinkt het goedsmoeds.
Een bord waarschuwt bezoekers van de Noorderdam voor gevaarlijke golfslag door scheepvaart. Niets te veel gezegd, zo blijkt later. Drie op leeftijd gekomen dames gillen luidkeels als een flinke golf over de pier slaat en het zilte zeenat hun schoenen doordrenkt.
Een enorm containerschip blijkt de boosdoener. Het vaartuig heeft radiocontact met de verkeerscentrale langs de kade. Die leidt de schepen veilig naar zee. Vanuit het raam van de toren is het uitzicht op de Nieuwe Waterweg, de pier en de achterliggende zee prachtig. De verkeerscentralisten moeten hun hoofd bij het werk houden. Op grote radarschermen volgen ze alle scheepsbewegingen. Door een microfoon hebben ze rechtstreeks contact met de scheepsbemanning.
„Simpel gezegd zorgen wij ervoor dat schepen niet tegen elkaar aanvaren”, legt wachtchef P. Wielders uit. „Dat klinkt heel logisch, maar leken weten niet hoe druk de vaarroute is. Wij bestrijken het gebied van Maassluis tot 60 kilometer in zee en hebben er een dagtaak aan.”
Hoek van Holland was ooit zelf het toneel van een zware scheepsramp. De veerboot SS Berlin strandde in de ochtend van 21 februari 1907 op het toenmalige Noorderhoofd. Door de storm brak het schip doormidden. Er verdronken niet minder dan 129 passagiers en bemanningsleden. Prins Hendrik bezocht persoonlijk de rampplek.
Bij de parkeerplaats waar bezoekers van de pier en het expocentrum hun auto neerzetten, verft B. K. Bouma (81) op een wankele trap zijn huis. „De lak verweert hier zo snel met die zeewind.”
Bouma woont met zijn vrouw al 48 jaar in het statige optrekje. „In de oorlog zaten hier nog moffen. Het was lange tijd een van de weinige huizen die hier stonden. Later werd het een dienstwoning van Rijkswaterstaat, de club waarbij ik jarenlang ambtenaar ben geweest.”
Bouma hielp in de jaren zeventig nog mee aan verlenging van de Noorderdam. Hoek van Holland is erg veranderd, vindt hij. Ten kwade. „Er wordt in de Hoek steeds meer gebouwd”, fulmineert Bouma, terwijl hij met zijn verfkwast naar het geraamte van een nieuwe appartementenflat priemt. „We worden vanuit Rotterdam geregeerd. Ik ben benieuwd hoelang mijn woning nog mag blijven staan.”