Daders
U zegt de Heere te kennen. Wat getuigen uw wegen? Getuigen zij van hetzelfde? De daad is de beste vertolker van de inwendige mens. Hebt u de Geest ontvangen, u die nog altijd in het vlees wandelt? Wat wilt u zeggen, dat u de hemel in uw hart hebt, terwijl er niets dan aarde in is? Wilt u beweren dat de waarheid in uw hart is, terwijl de leugens in uw mond zijn? Denkt u dat er heiligheid in uw hart is, terwijl uw tong niets anders dan vuiligheid en gebazel voortbrengt?Wat, uw hart is zo vol en uw leven zo leeg? Hoe kan dat, zult u mij vragen? Heeft het licht in uw hart alleen wetten gegeven aan uw hart? En dat terwijl uw tong oproer maakt? Dat kan toch niet! O wee onzer, dat er zo veel bedrog op onze lippen is en zo weinig genade. Wee onzer dat de schaduw vruchtbaarder is dan de zon. Dat wij zo veel weten met zo weinig resultaat.
Onderwijs zoals u onderwezen bent. Overtuig zoals u overtuigd bent. Vertroost zoals u vertroost bent. Overtref de zondaars. Laat hun mond niet zo vervuld zijn met verwensingen als uw mond met zegeningen. Laat men, terwijl hun lippen vol zijn van godslasteringen, van u zeggen: Hun lippen zijn vol van genade. De grootste praters zijn niet altijd de grootste daders. Laat uw leven spreken en niet alleen uw lippen. Laat uw werken en wegen getuigen van de wonderen van God.
Richard Alleine, predikant in Engeland (”Een hart om de Heere te kennen”, 1670)