Kritiek op plan voor plantage op Kalimantan
Een plan van de Indonesische regering voor de aanleg van de grootste palmolieplantage ter wereld op Kalimantan, het Indonesische deel van het eiland Borneo, zal bij uitvoering enorme schade berokkenen aan bos, in het wild levende dieren en de lokale bevolking. Het World Wildlife Fund (WWF) heeft dit maandag gezegd.
Indonesië maakte enkele maanden geleden plannen bekend voor de aanleg van een 214.000 hectare grote plantage langs de grens met Maleisië, waarmee een bedrag van 460 miljoen euro zou zijn gemoeid. Het geld zou worden opgebracht door lokale en buitenlandse investeerders, onder wie Chinezen. Het plan is volgens Jakarta goed voor 100.000 banen.
Het WWF zegt dat het gaat om een gebied met een unieke biodiversiteit en met veel met uitsterving bedreigde dieren, zoals de orang-oetan en de dwergolifant. Veertien van de twintig rivieren op Borneo ontspringen in het gebied, waar maandelijks minstens drie nieuwe soorten worden ontdekt.
Volgens Mubariq Ahmad, directeur van WWF-Indonesië, is het uit oogpunt van commercie en natuurbehoud weinig zinvol bos in het hart van Borneo te kappen voor een gewas dat in de bergen niet kan groeien. Hij waarschuwt voor langdurige, ernstige gevolgen voor de lokale bevolking en haar waterbronnen. Ahmad wijst er ook op dat in 2002 door verbouwers, producenten, financiers en ngo’s is overeengekomen in de regio geen habitat te vernielen van met uitsterving bedreigde dier- of plantensoorten. Ook mag de watervoorziening van een dorp niet in gevaar worden gebracht.
Indonesië is na Maleisië de grootste producent van palmolie. Het produceerde in 2004 12,4 miljoen ton onbewerkte palmolie. Met het project zou de jaarlijkse productie in 2011 worden vergroot met ruim 0,5 miljoen ton.