„Oorlogen Tsjetsjenië eisten 160.000 levens”
Twee oorlogen tegen de opstandelingen in de Russische deelrepubliek Tsjetsjenië hebben aan 160.000 mensen het leven gekost. De strijders en burgers kwamen om het leven in de eerste oorlog van 1994 tot 1996 en in de huidige strijd, die in 1999 begon.
Volgens cijfers van de Russische regering waren 100.000 van de gesneuvelden Russische militairen en burgers. Dat zei een woordvoerder van de Rusland-gezinde Tsjetsjeense regering maandag. Tsjetsjenen waren 30.000 tot 40.000 van de slachtoffers. Het is onduidelijk welke nationaliteit of etnische achtergrond de resterende 20.000 doden hadden.
Voordat de eerste oorlog begon, leefden in Tsjetsjenië 1,2 miljoen mensen, onder wie ruim 400.000 Russen.
Mensenrechtengroeperingen hebben vraagtekens geplaatst bij de geloofwaardigheid van de cijfers. Volgens hen verloren 20.000 tot 40.000 Russen het leven tijdens de twee campagnes.
Bij een aanslag met een autobom in het centrum van de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny zijn maandag een vrouw en een 12-jarige jongen om het leven gekomen en elf mensen gewond geraakt, onder wie vier politieagenten. Een van de agenten verkeert in levensgevaar. Dit heeft het persbureau Interfax gemeld.
De jongen hielp bij een benzinestation, dat zich dicht bij de locatie van de explosie bevindt. De tv-zender NTV toonde beelden van het verkoolde en verwrongen geraamte van een auto.
Tweehonderd meter van de explosie staat het zwaarbewaakte complex van regeringsgebouwen, waar op dat moment een vergadering bezig was, meldde het persbureau Itar-Tass.