Leiders Khmer genieten van hun oude dag
Nuon Chea (76) en Khieu Samphan (70) slijten hun levensavond in vrijheid en verveling. Zij hebben zich gevestigd in een afgelegen dorp en genieten van hun rust. De bejaarde leiders van de Rode Khmer zullen waarschijnlijk nooit vervolgd worden wegens hun aandeel in de barbaarse moord op zo’n 1,7 miljoen mensen.
Nuon Chea is de ideoloog en de hoogste overgebleven leider van de genocidale communistische beweging onder leiding van Pol Pot, die na het aan de macht komen in 1975 de bevolking door middel van bruut geweld, marteling en uithongering wilde dwingen een agrarische utopie te aanvaarden. Na de verdrijving van het regime door het Vietnamese leger in 1979 werden 1,7 miljoen doden geteld.
Khieu Samphan was de partijleider van de Rode Khmer en de bekendste woordvoerder van de beweging. De mannen, die alleen met de pers willen spreken op voorwaarde dat geen vragen over het verleden worden gesteld, beweren arm en geïsoleerd te leven.
„Ik ben niet erg blij, ik ben niet erg bedroefd”, zegt Khieu Samphan, die samen met zijn vrouw en twee van zijn vier kinderen leeft. De thuiswonende kinderen zijn tieners, twee oudere kinderen schonken hem drie kleinkinderen. „Ik was betrokken bij zaken waardoor mijn naam met de geschiedenis van ons land is verbonden, maar dat was in het verleden.”
Nuon Chea, gekleed in een wit-blauw gestreepte pyjama en met een zonnebril op, zegt zich niet schuldig te voelen. „Wat in het verleden is gebeurd, laat het gaan. Mijn geest is zuiver.”
In februari hebben de VN de pogingen opgegeven om in Cambodja een proces te houden tegen de nog in leven zijnde leiders van de Rode Khmer. Volgens de VN is Cambodja niet bereid zijn wetten aan te passen zodat een onafhankelijk tribunaal gevormd kan worden. Critici zeggen dat de regering er alles aan doet om een tribunaal te saboteren, omdat veel leden van het kabinet van premier Hun Sen zelf tot de Khmer behoorden. Hun Sen was lid tot hij in 1977 deserteerde en naar Vietnam overliep. Nadat Vietnam de Khmer had verslagen, werd Hun Sen als leider naar voren geschoven. De resterende Khmer vochten tot aan de dood van Pol Pot in 1998 tegen Hun Sen en gaven zich toen over.
Geen enkele Khmer-leider is ooit vervolgd wegens de genocide. Alleen Ta Mok en Kaing Khek Iev werden aan het einde van de Khmer-guerrilla tegen de regering gevangengenomen. Samen met Nuon Chea, Khieu Samphan en ex-minister van Buitenlandse Zaken Ieng Sary zijn zij de voornaamste kandidaten om voor een tribunaal te verschijnen.
Nuon Chea en Khieu Samphan zeggen gezond te zijn, maar zij vervelen zich. Zij vullen de tijd met spelen met hun kleinkinderen. De huizen van de mannen staan aan een onverharde straat, een kilometer van de hoofdweg achter een niet-bemande wachtpost. De huizen hebben geen stromend water.
Nuon Chea heeft televisie, maar zegt niet veel te kijken; Khieu Samphan heeft geen tv. Beide mannen zeggen veel naar de radio te luisteren, de zender in Phnom-Penh, Thaise stations, de lokale radio Pailin en de Amerikaanse overheidszender Voice of America.
Nuon Chea, die samen met zijn vrouw leeft, zegt zich zorgen te maken over zijn kinderen en kleinkinderen, die allemaal in de omgeving wonen. „Ik leef om mijn kinderen en kleinkinderen op het hart te drukken zich aan de wet te houden, maar meestal doe ik niets want ik ben oud en zwak.” Behalve met familie heeft Nuon Chea niet veel contact met mensen. Twee van zijn kinderen zijn boer en handelen ook in tweedehands kleding. Hij wijst op twee zakken maïs en zegt dat die nog geplant moeten worden voor het regenseizoen begint.
Khieu Samphan, die in Parijs opgeleid werd, zegt arm te zijn en vooral te leven van geld dat hij her en der leent. „Ik kan nergens heen want ik heb geen geld, mijn vrouw gaat elke dag naar het veld. Ik blijf alleen thuis.”