Kerk & religie

Een kerkje als een boothuis

„Je kunt je geen betere buren wensen.” Henk Timmer is buurman van het kerkje van de gereformeerde gemeente in Nederland in Aalsmeer. Hij woont pal naast de kerk, aan het eind van de Chrysantenstraat. „Zolang er maar geen klokken luiden”, voegt hij eraan toe. „Je hoort wel eens zingen, maar van de preek hoor je niets.”

K. van der Zwaag
11 August 2005 10:00Gewijzigd op 14 November 2020 02:50
Het kerkje van de gereformeerde gemeente in Nederland aan het eind van de Chrysantenstraat in Aalsmeer. Foto RD, Henk Visscher
Het kerkje van de gereformeerde gemeente in Nederland aan het eind van de Chrysantenstraat in Aalsmeer. Foto RD, Henk Visscher

„Die klokkentoren was er vroeger wel, maar een klok heeft er nooit in gehangen”, zegt J. van Zijverden, preses van de kerkenraad. Het torentje moest gesloopt worden vanwege verrotting. Van Zijverden groeide als kind op in deze gemeente, die in 1947 werd geïnstitueerd.

De huidige kerk werd in 1957 in gebruik genomen door dr. C. Steenblok met de woorden uit 2 Kronieken 6:20: „Dat Uw ogen open zijn, dag en nacht, over dit huis, over de plaats van dewelke Gij gezegd hebt, Uw Naam te zullen zetten; om te horen naar het gebed, hetwelk Uw knecht bidden zal in deze plaats.”

Het kerkje heeft altijd het karakter gehad van een noodgebouw. Tijdens de oorlog waren de vervoersmogelijkheden schaars, zodat de leden niet meer in de gereformeerde gemeente van Hoofddorp konden kerken. En zo kwam er een afdeling in Aalsmeer. Er verrees een provisorisch houten gebouwtje dat als een boothuis oogt - en zo ziet het er nog steeds uit. Het aantal leden was bij de oprichting zo’n veertig. Dat is gestaag gegroeid tot zo’n zeventig kerkgangers in iedere zondagse dienst.

Aan het andere eind van de Chrysantenstraat staat het hoofdkantoor van amusementsconcern Endemol. Artiesten en medewerkers lopen daar af en aan. Aan de overkant zitten een café en een lunchcorner.

Het kerkje staat aan het begin van de straat en wordt voor een deel omsloten door water. Aan de overkant van de sloot worden nieuwe woningen gebouwd. De bewoners zullen op zomeravonden in hun tuin het zingen wel eens horen. Van Zijverden verwacht weinig last van de nieuwe buren te krijgen.

Het kerkje staat op nummer 1a, volgens het jaarboek, maar op het gebouw is geen huisnummer te bekennen. „Het zou goed zijn als er een keer een brievenbus kwam”, zegt de buurman. Hij krijgt soms post voor de kerk en klemt dat aan de deur van de kerk vast.

Uit de buurt zelf komen weinig leden. „Aalsmeer is een echte streekgemeente”, zegt Van Zijverden. „De laatste tijd is een aantal leden naar andere plaatsen vertrokken. Dat is jammer, maar ook wel verklaarbaar.” Positief is dat de helft van de gemeente uit jongeren bestaat. „Ze missen wel een eigen predikant, maar voor juli, augustus, oktober en november hebben we enkele predikbeurten toegezegd gekregen. De mensen komen gelukkig trouw op.”

De buurman van de kerk woont er sinds 1998. Hij is van gereformeerde komaf en herkent wel bepaalde uiterlijke kenmerken van de gemeente. „Vroeger hadden we ook van die petjes op de hoofden. Je weet dat het met de geloofsovertuiging samenhangt. Vrouwen moeten hun hoofden immers bedekken, net zoals de moslimvrouwen. Ik vind het wel een beetje extremistisch, maar ik heb er geen moeite mee. Ze houden deze gewoonten nog in stand, maar over een paar jaar zal dat wel minder worden.”

Over het gedrag van de kerkleden is hij goed te spreken. „Vroeger stond er een sportschool tegenover de kerk en waren er veel dubbelparkeerders. Daar hebben we nu geen last van. Kerkgangers zijn een beschaafd volk. De meesten komen niet met de auto. Ik denk dat ze de auto’s iets verderop parkeren. Het is een strenge kerk en ik vermoed dat ze het laatste stukje dan moeten lopen. Ik heb liever een kerk dan een disco of café naast mij. De sportschool is weg. En de kerk is er nog steeds. Liever dit dan andersom.”

Het kerkje aan de Chrysantenstraat haalde recent de Aalsmeerder Courant. De krant meldde dat het ’s zondags in deze straat „een beetje Staphorst” leek. „Mannen in het zwart en vrouwen in lange jurken en met hoeden” bevolkten de buurt. Van Zijverden, laconiek: „De buurt is niet negatief, en ook niet zo nieuwsgierig dat ze per se willen weten wat hier nu precies gebeurt. Ik zeg wel eens tegen mensen die ik spreek: Kom eens kijken. Sommigen zeggen iets toe, maar niemand trekt de stoute schoenen aan. Niemand komt echt eens een keer luisteren.”

De buurt wordt niet bewust uitgenodigd om eens binnen te lopen, zegt Van Zijverden. „Ze weten van ons bestaan en de kerkdeur staat iedere zondag open. Maar zo nu en dan zijn er toch gesprekken met de buurt. Mensen zijn tegenwoordig nieuwsgierig naar godsdienst. En dan heb je gauw een gesprek.” Dit is het vijfde deel in een serie artikelen over kerken en hun omgeving. In deze serie acht portretten van kerkgebouwen die gelegen zijn op bijzondere plaatsen. Volgende week donderdag deel zes.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer