Turkije restaureert Armeense kerk
Regenwater sijpelt door de kegelvormige koepel van de meer dan 1000 jaar oude Armeense kerk op het eiland Akhtamar in het meer Van, in het zuidoosten van Turkije. Het vocht tast de bijbelse fresco’s aan die de meest karakteristieke voorbeelden vormen van de aloude Armeense cultuur. De zandstenen muren worden ontsierd door kogelgaten, vermoedelijk van schaapherders die hun schutterskwaliteiten wilden oefenen.
Na ruim een eeuw van verwaarlozing en decennia van politieke touwtrekkerij is Turkije begonnen aan de restauratie van de kerk, een renovatie die plaatsvindt terwijl de regering in Ankara onder grote druk van de Europese Unie staat om de behandeling van zijn minderheden te verbeteren.
Ankara heeft in eerste instantie 2 miljoen Turkse lira (1,2 miljoen euro) voor het in mei gestarte project beschikbaar gesteld.
De kerk, het enige gebouw op het eiland, is geheel omgeven door steigers. Bouwvakkers zijn druk doende gevallen stenen te vervangen, afvoerpijpen te installeren en de basalten vloer, die door vandalen is geroofd, te herstellen.
Het plan is om ook de fresco’s op de binnenmuren te restaureren. Eveneens wordt onderzocht hoeveel kan worden gered van de reliëfs op de buitenmuren met bijbelse thema’s, zoals Jona en de walvis en Daniël in de leeuwenkuil.
Werelderfgoedlijst
De EU drong er vorig jaar bij Turkije op aan de kerk op de Werelderfgoedlijst van de Unesco te plaatsen, een pleidooi dat vergezeld ging van oproepen tot heropening van de grensovergangen met Armenië en herstel van de diplomatieke betrekkingen met de regering in Jerevan. Dat die campagne bescheiden vruchten begint af te werpen, bleek eerder dit jaar, toen een vooraanstaand lid van de Adalet ve Kalkinma Partisi (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) van premier Erdogan de Armeense hoofdstad bezocht.
Het herstel van de betrekkingen zal evenwel een moeizame aangelegenheid blijven zolang Turkije weigert de genocide van 1915-1917 op ongeveer 1,5 miljoen hoofdzakelijk in Oost-Turkije wonende Armeniërs te erkennen. Ankara houdt vooralsnog vast aan de lezing dat een veel kleiner aantal etnische Armeniërs mogelijk het slachtoffer is geworden van de burgeroorlog die tijdens een deel van de Eerste Wereldoorlog woedde in Turkije.
De Kerk van Surp Khach (het heilige kruis) op het eiland Akhtamar was een van de bolwerken van de Armeense beschaving in Oost-Turkije. Het gebouw verrees in het jaar 921 in opdracht van de Armeense koning Gagik I van Vaspurakan. Gagiks historicus Thomas Ardzruni schreef dat het bouwwerk werd geplaatst aan een haven waaraan ook een paleis met vergulde koepeltorens stond.
Rond het jaar 1113 was de kerk uitgegroeid tot de spil van het Armeense patriarchaat van Akhtamar. Het bouwwerk werd bezocht door mystici uit de verre omtrek en het eiland was een centrum van kunst.
Einde beschaving
De ineenstorting van het Turkse Ottomaanse Rijk aan het einde van de Eerste Wereldoorlog betekende het einde van de Armeense beschaving in Oost-Turkije. Vandaag de dag wonen in het gebied praktisch geen Armeniërs meer. Akhtamar is al decennialang verlaten.
De regering-Erdogan verzocht het Armeense christelijke patriarchaat in Istanbul, waar bijna alle resterende Turkse Armeniërs wonen -ongeveer 65.000- een architect te benoemen. De aangezochte bouwkundige, Zakarya Mildanoglu, zegt te hopen dat de restauratie een bijdrage zal leveren aan de verbetering van de betrekkingen tussen beide landen. Hij laat hier onmiddellijk op volgen dat geduld geboden is. „De dingen die een eeuw geleden gebeurden, kunnen niet van het ene op het andere moment worden geheeld.”
De kerk zal na de restauratie voor speciale religieuze diensten en festiviteiten worden opengesteld. Daarbuiten blijft het gebouw gesloten, aangezien er geen Armeense christenen meer in Oost-Turkije wonen.