Gewillig
U zult vragen: Is de droefheid over de zonden bij de een minder dan bij de ander? Allen hebben bij de nieuwe geboorte pijn, maar sommige mensen hebben scherpere pijn dan andere. Sommigen zijn niet gemakkelijk te buigen, zij hebben een grotere vernedering. Paulus, de prins van de apostelen, Gods vaandrager voor de heidenen, moest voor zijn bekering diep verwond worden. De droefheid over de zonden moet groter zijn dan over een werelds verlies. Wij moeten meer bedroefd zijn over de beledigingen die wij God hebben aangedaan, dan over het verlies van aardse goederen. Ja, de droefheid over de zonde moet groter zijn dan als een geliefde ons is ontvallen door de dood. Dat is immers een scheiding van een vriend, maar in de zonde ligt een Godsscheiding. De droefheid over de zonde moet zo wezen dat ze ons gewillig maakt om de zonden te laten. De geneesmeester heeft genoeg gedaan wanneer Hij de ziekte heeft bedwongen. Dan is de zondaar gewillig, dan legt hij het hoofd op het blok. Dan is er genoegzame droefheid. O, er zijn zo veel vleselijke christenen die vreemdelingen zijn van de goddelijke droefheid. Sommigen hebben vele jaren geleefd en nochtans nooit een traan in Gods fles geweend. Zij wenen soms wel alsof zij verdorven waren, maar zij hebben nooit zielendroefheid gehad over de zonden. Thomas Watson, predikant te Londen (Al de werken, 1670)