De tweede helft van het jaar is in de Caraïben altijd stormachtig. De ergste maanden zijn augustus, september en oktober. Ditmaal kreeg de regio in juni en juli al zeven stormen te verwerken. Twee daarvan bereikten orkaankracht. De orkaan Dennis trok een spoor van verwoesting van Haïti over Jamaica en Cuba tot in Florida; Emily trof Grenada, Jamaica en het Mexicaanse schiereiland Yucatan.

Onder invloed van dat ongewoon hevige begin van het stormseizoen hebben de experts hun voorspellingen voor de rest van het jaar bijgesteld. Eerder schatte het Cubaanse Meteorologische Instituut dat de Caraïben dit jaar dertien tropische stormen van betekenis zouden doormaken. Nu vrezen ze dat het aantal stormen kan oplopen tot twintig, waarvan negen orkanen. Het meest turbulente jaar uit de recente geschiedenis van de Caraïben was 1933 met 21 stormen. Daarna volgt 1995 met negentien stormen. Juni en juli van dit jaar waren stormachtiger dan het begin van die twee recordjaren.

De voorspellingen van Amerikaanse experts zijn nog verontrustender. Het NOAA, een Amerikaans instituut dat de oceanen en de atmosfeer in de gaten houdt en over de meest gerenommeerde orkaanexperts beschikt, heeft zijn voorspellingen ook aangepast. In mei hield het NOAA het nog op twaalf tot vijftien stormen, maar begin vorige week verhoogden de Amerikaanse meteorologen dat aantal tot 21. De Amerikanen verwachten nu elf orkanen.

De oorzaak van het zware weer zijn de extreem hoge watertemperaturen in de Caraïbische Zee en het aangrenzende deel van de Atlantische Oceaan, zegt Ramon Perez Suarez van het Cubaanse Meteorologisch Instituut. Grote tropische stormen ontstaan altijd boven zee, in gebieden waar het oppervlaktewater warmer is dan 26,5 graden. Cubaanse meteorologen maten de voorbije maanden in het oosten van de Caraïbische Zee een watertemperatuur tussen de 30 en de 31 graden. Zowel in de Caraïben als in de Atlantische Oceaan werden sinds 1951 voor april, mei en juni nooit hogere meetwaarden genoteerd dan dit jaar. Het water in de Atlantische Oceaan voor Cuba is al sinds de tweede helft van vorig jaar extreem warm.

Die hoge temperaturen werken ook de atmosferische verschijnselen in de hand die stormen helpen groeien: hoge luchtdruk in de troposfeer en een verzwakking van de anticycloon van de Atlantische Oceaan in de lagere luchtlagen. Dit jaar zijn alle elementen aanwezig om een indrukwekkende serie van stormen en orkanen op de Caraïben los te laten.

Sinds 1996 en vooral sinds 2001 lijken de Caraïben bijzonder zwaar getroffen te worden door noodweer. Wetenschappers verwachten nog zwaarder weer voor de toekomst. Maar volgens Perez Suarez zijn er geen bewijzen dat het extreem slechte weer verband houdt met de opwarming van de aarde. Sommige experts vinden dat de toenemende frequentie van uitzonderlijke stormen nog altijd past in een natuurlijke cyclus die de Caraïben na twintig jaar van steeds zwaarder weer, uitzicht geeft op twintig jaar van geleidelijke weersverbeteringen.