De Chinese onderminister van Buitenlandse Zaken Wu Dawei waarschuwde alvast dat het feit dat de onderhandelingen binnenkort worden voortgezet, niet hoeft te betekenen dat er een akkoord wordt bereikt.

Volgens de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Christopher Hill liepen de in de Chinese hoofdstad Peking gevoerde onderhandelingen vast op de eis van Noord-Korea dat het, op grond van een hulpaanbod uit 1994, een lichtwaterreactor van de VS krijgt. Hill zei dat alle andere bij het overleg betrokken landen het erover eens zijn dat daarvan geen sprake kan zijn. Behalve beide Korea’s, de VS en China nemen Rusland en Japan aan het overleg deel.

De Noord-Koreaanse onderminister van Buitenlandse Zaken Kim Kye Gwan zei dat onenigheid over „vreedzame nucleaire activiteit” een belangrijke oorzaak was van het uitblijven van een akkoord. Kim verweet de VS dat ze zijn land geen enkele nucleaire activiteit willen toestaan en zei ook nogmaals dat de VS hun „nucleaire dreigement” tegen het Koreaanse schiereiland moeten intrekken. „Wij móésten wel kernwapens produceren, omdat de VS ons met kernwapens bedreigen”, zei hij. Er zijn meer dan 32.000 Amerikaanse militairen in Zuid-Korea, maar de VS zeggen geen kernwapens in dat land te hebben en ook niet van plan te zijn Noord-Korea binnen te vallen.

De crisis rond het nucleaire programma van Noord-Korea dateert van eind 2002. De VS beschuldigden Noord-Korea er toen van in het geheim uranium te verrijken. Noord-Korea voerde de spanningen verder op door het non-proliferatieverdrag op te zeggen en stappen te zetten die de aanmaak van meer materiaal voor kernwapens mogelijk maakten. In februari verklaarde Noord-Korea kernwapens te bezitten, maar omdat proeven die daarop zouden wijzen niet zijn uitgevoerd wordt dat betwijfeld. Drie eerdere rondes in het zeslandenoverleg leverden geen enkel resultaat op. Voor het overleg eind juli werd hervat lag het dertien maanden stil.