Israëlische militairen trokken de afgelopen nacht opnieuw Jenin op de Westoever en het Palestijnse vluchtelingenkamp in de stad binnen. Vuurgevechten tussen soldaten en Palestijnen kostten een Palestijnse man het leven. Het leger zei de plaatselijke leider van de militante moslimgroep Hamas en een aantal andere gezochte militanten te hebben opgepakt.

Het Israëlische leger voert de laatste dagen veelvuldig invallen uit in Palestijns gebied, maar volgens onderminister van Defensie Dalia Rabin-Pelossof staat er geen nieuw grootscheeps offensief op stapel. Een offensief dat eind maart werd ingezet op de Westoever duurde zes weken.

De fundamentalistische al-Aqsa Martelaren Brigades, die banden onderhouden met de Fatah-beweging van Yasser Arafat, eisten de verantwoordelijkheid op voor de aanslag in Petach Tikvah. „Wij zullen onze operatie niet stoppen zolang de bezetting van ons land voortduurt”, luidde de boodschap.

In het vluchtelingenkamp Balata bij Nablus verklaarden aanhangers van de al-Aqsa Martelaren Brigades dat de aanslag een vergelding was voor de dood van hun leider Mahmoud Titi, die vorige week bij een Israëlische beschieting omkwam. De dader zou een 18-jarige neef van Titi zijn.

De Palestijnse Autoriteit heeft de aanslag veroordeeld, omdat die „ons wettige verzet en het aanzien van het Palestijnse volk in de internationale opinie schaadt.” In Israël wordt aan zulke verklaringen weinig waarde gehecht. Als Arafat al niet direct verantwoordelijk voor de aanslagen is, onderneemt hij in Israëlische ogen in elk geval te weinig om ze te voorkomen.

De Israëlische minister van Defensie, Binyamin Ben-Eliezer, had er eerder op de dag voor gewaarschuwd dat de Palestijnen dagelijks proberen aanslagplegers Israël binnen te sturen. De meesten kunnen echter door Israëlische militairen worden tegengehouden, zei de bewindsman. De politie van Jeruzalem slaagde er vrijdag in een explosief onschadelijk te maken voor het tot ontploffing kon komen. De bom zat verstopt in een plastic zak.