Maat weten
Dieren kunnen een mens veel vreugde in zijn leven bezorgen. Ontroerende voorbeelden van aanhankelijkheid en trouw van een dier tegenover zijn baas of bazin zijn niet alleen in boeken te vinden, maar komen ook in werkelijkheid voor.
„Wie wreed is tegenover dieren, kan geen goed mens zijn”, zo zei de 19e-eeuwse filosoof Schopenhauer, en ook uit de mond van meer rechtzinnige mensen konden in de loop der tijden zeer positieve uitlatingen over dieren opgetekend worden. De Bijbel weet er trouwens van dat de rechtvaardige het leven kent van zijn beest.
Sentimentaliteit
Maar zoals op veel terreinen het geval is, geldt ook hier dat de mens maat moet houden. Maat in zijn gevoelens tegenover dieren, al kan men zich goed voorstellen dat het een mens wat doet wanneer een huisdier dood gaat.
Maar ook als het gaat om geldbesteding zijn er grenzen. Is het aanvaardbaar dat mensen in Amerika en West-Europa meer geld besteden aan voedsel voor hun hond en zijn verzorging, dan veel ouders in het arme deel van de wereld beschikbaar hebben voor hun kind?
Dat mensen zich druk maken over de levensomstandigheden van dieren is een goede zaak, maar waar houdt dat op? In de dierenwereld gaat het er nu eenmaal ruiger toe dan onder de mensen.
Denken we er touwens wel eens aan dat het leed in de dierenwereld ook een gevolg is van de zonde van de mens? „Zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt”, lezen we in Genesis 3.
Alleen al in Nederland zijn wel 600 organisaties actief voor de opvang en bescherming van dieren. De uit 1867 daterende Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren is een van de oudste, zo niet de oudste. Legaten van bemiddelde oude dametjes vormen in een aantal gevallen een belangrijke inkomstenbron.
Naast de vriendelijke, soms wat sentimentele dierenbeschermers zijn er tegenwoordig ook de criminele dierenbeschermers. De moord op Fortuyn heeft er de aandacht op gevestigd dat er mensen rondlopen die in hun liefde voor dieren zo ver gaan dat zij levensgevaarlijk zijn. Volkert van der G. was immers zo iemand.
Wanneer men het leven van een mens in principe op één lijn stelt met dat van een dier, dan werkt dat drempelverlagend voor allerlei gewelddadige acties, tot moordaanslagen toe. Vanuit het evolutiedenken is het echter moeilijk om te spreken van een wezenlijk onderscheid tussen mens en dier. De mens stamt dan immers af van de apen. Op grond waarvan zou de diersoort ”mens” op grote schaal zijn mededieren mogen onderwerpen, doden en uitroeien?
Daarentegen spreekt de Bijbel ervan dat de mens een unieke plaats inneemt in Gods schepping. God heeft hem heerschappij gegeven over landdieren, vissen en vogels. De mens is geschapen naar Gods beeld, een dier niet. Met de secularisatie van de samenleving gaat echter deze notie steeds meer verloren.
Fanatieke dierenvrienden
Die ontwikkeling blijft niet zonder gevolgen. Onder dierenbeschermers heeft de laatste decennia een duidelijke radicalisering plaatsgehad. Vooral in de Angelsaksische wereld zijn fanatieke dierenliefhebbers actief die niet voor een moord terugdeinzen.
Het Animal Liberation Front, in Nederland vertegenwoordigd in de vorm van het Dierenbevrijdingsfront, voert wel harde acties maar gaat niet zo ver dat men mensen mishandelt of vermoordt. Maar de schade die men aanricht is groot genoeg om ze als een gevaarlijke organisatie te beschouwen. Politie en BVD zullen actiever op moeten treden tegen deze milieucriminelen.
Ook al vindt men de nertsenfokkerij geen sympathieke bedrijfstak en biedt een slachterij veelal geen prettige aanblik, mensen moeten niet het recht in eigen handen nemen. Niemand is verplicht een bontmantel te dragen of vlees te eten. Wie daar bezwaar tegen heeft, mag daar luidkeels blijk van geven. Maar ook dan moet men maat weten te houden.
Jaren geleden zou in het RD een reportage verschijnen over een slachterij. De journalist had in het artikel vermeld dat de beesten -ik dacht kippen- aan een lopende band werden vastgemaakt en zo hun ondergang tegemoet gingen. De directeur van de slachterij wilde echter dat er kwam te staan dat de beesten op die manier hun bestemming tegemoet gingen.
Hoe die discussie afgelopen is weet ik niet meer, maar ze hadden allebei gelijk. De dieren gingen inderdaad hun ondergang tegemoet, maar het was tot op zekere hoogte ook hun bestemming dat ze tot voedsel voor de mens zouden worden verwerkt. Daar is niets verkeerds aan.