Flinke groei van aantal kappers
In tien jaar tijd is het aantal kapperszaken flink gegroeid. Telde Nederland in 1995 nog vijf kapsalons per 10.000 inwoners, anno 2005 is dat opgelopen tot zeven. Dat blijkt uit maandag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Dit jaar telde het CBS ongeveer 11.500 kapperszaken in Nederland. Dat zijn er circa 3500 meer dan in 1995. Vooral het aantal zelfstandigen zonder personeel in de branche neemt toe. Het aantal eenmansbedrijven groeide de afgelopen tien jaar 150 procent tot 4735.
De meeste kappers hebben één vestiging en hebben minder dan vijf werknemers in dienst. Slechts 850 van 11.500 kapperszaken zijn onderdeel van een grotere onderneming met meerdere vestigingen. Ook heeft maar 8 procent vijf medewerkers of meer in dienst.
Het zuiden van het land telt de meeste kapperszaken per hoofd van de bevolking. Limburg en Zeeland zijn het rijkst voorzien met negen salons per 10.000 inwoners. In Flevoland en Utrecht is het langer zoeken naar een kapper met circa zes vestigingen per 10.000 inwoners.